Raoul Quadvlieg, Geomatics Manager bij NAM.
Bodemdaling is een van de grote maatschappelijke uitdagingen waar Nederland voor staat. Het heeft grote gevolgen voor burgers, overheden en ook voor bedrijven. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) maakt veelvuldig gebruik van radarsatellietdata om bewegingen in de bodem te onderzoeken. Geomatics Manager Raoul Quadvlieg: ‘Meten vanuit de ruimte is goedkoper én veiliger dan mensen het veld in sturen.’
Bij bodemdaling denken veel mensen meteen aan de gaswinning in Groningen. Geldt dat voor de NAM ook?
‘Naar dit onderwerp gaat zeker veel van onze aandacht uit. Wat wij bijvoorbeeld willen weten, en de overheid als toezichthouder ook, is hoeveel bodemdaling wordt veroorzaakt door gaswinning en hoeveel door andere processen. Als je dit weet, kun je de bodemdalingsvoorspelling controleren. Die wordt onder meer gebruikt om waterhuishoudkundige maatregelen te plannen.’
Bodembeweging (mm) bepaald uit InSAR en waterpassen voor de periode 2013-2018. Deze vergelijkende kaart kan voor de andere tijdvakken niet worden gemaakt, omdat de deformatie bij aansluiting van Envisat (tot 2010) en Radarsat-2 (sinds 2009) op elkaar niet PS-gewijs kan worden berekend.
Welke rol spelen satellietdata hierbij?
‘Radarsatellieten meten signalen die teruggekaatst worden door reflectoren op aarde. Dat kunnen “gratis” reflectoren zijn, zoals stoeptegels, daken, treinsporen en hoogspanningsmasten. Daarnaast hebben we zelf tientallen reflectoren neergezet. Een aantal daarvan is gefundeerd tot dertig meter diep. Zo kun je verzakkingen aan het oppervlak en verzakkingen dieper in de grond beter van elkaar scheiden. Met computermodellen gaan we vervolgens na waar de verzakking is zoals je die van nature verwacht en waar hij juist sterk afwijkt.’
Hoe lang werkt de NAM al met radarsatellietdata?
‘Wij werken sinds 2002, dus al ruim twintig jaar, met InSAR: interferometric synthetic aperture radar. Het grote voordeel van deze radardata is dat je minder het veld in hoeft om te meten. Dit betekent: lagere kosten en ook minder veiligheidsrisico’s voor het personeel.’
Wat kun je zien op radarbeelden wanneer ze verwerkt zijn van ruwe data tot eindproduct?
‘Je moet denken aan een Google Maps-achtige toepassing. In maps kun je een laag tonen met koffietentjes of bushaltes. Wij hebben honderden kaartlagen met voor het bedrijf relevante informatie boven en onder de grond. Door verwerkte radarbeelden te combineren met kaarten van de ondergrond en grondwaterpeilverlagingen, kun je afwijkingen verklaren in de metingen.’
Ruimtelijke bemonstering van Noord Nederland door de geodetische meettechnieken waterpassing, InSAR en GPS.
Zijn radarsatellieten gedetailleerd genoeg voor al jullie toepassingen?
‘Wij gebruiken grofweg twee klassen van precisie. Met Terra SAR-X krijgen we hoge resolutie radardata. Die wordt onder meer gebruikt bij rechtszaken in Groningen om bodemdaling tot het niveau van individuele woningen inzichtelijk te maken. De data van de Europese Sentinel-satellieten is minder gedetailleerd, maar vaak goed genoeg om aan allerlei wettelijke verplichtingen te voldoen.’
Gebruiken jullie naast radarsatellieten ook satellietnavigatie?
‘Ja. Met ontvangers voor navigatiesatellieten kunnen we ondergrondse gasleidingen precies terugvinden en wordt er voorkomen dat er schade ontstaat door graafwerkzaamheden. Per jaar worden meer dan tienduizend meldingen van graafwerkzaamheden afgehandeld. We zijn er trots op dat er nog geen calamiteiten hebben plaatsgevonden met onze gasleidingen. Een beschadigde leiding kan namelijk catastrofale gevolgen hebben.’
Hoe kan de BV Nederland maximaal profiteren van alle radarsatellietdata die dagelijks uit de ruimte naar ons toe komt?
‘Een stap in de goede richting is de acceptatie van radardata als primaire technologie voor rapportages. Daarnaast helpt het als bedrijven en instellingen samenwerken. Wij doen dat sinds 2002 met de radargroep van de TU Delft. Door maatschappelijke vraagstukken te koppelen aan academisch onderzoek, kun je snel en gericht commercieel inzetbare toepassingen ontwikkelen. Veel studenten van de TU Delft zijn afgestudeerd of gepromoveerd op deformatieonderzoek met radarbeelden. Dit heeft onder meer geleid tot succesvolle spin-off bedrijven die hun diensten over de hele wereld aanbieden.’