In de NL Space week ging het niet alleen over astronauten en hun geweldige uitzicht op de aarde. Op donderdagmiddag 3 oktober stalen satellieten de show. Satellietinstrumenten zien méér en ze zien béter dan mensen. En dat levert kansen op voor onze maatschappij, bleek tijdens de workshop Satelliettoepassingen voor overheden bij de Provincie Zuid-Holland.
Satellieten maken ons werk slimmer, efficiënter en beter, zegt Ton Jonker van de Provincie Zuid-Holland. ‘De wet schrijft voor dat we Natura2000 gebieden moeten monitoren. Vroeger stuurden we eens in de zes jaar mensen het veld in met een kladblok of een iPad. Zij noteerden wat er wel of niet groeit aan vegetatie. Nu doen we hetzelfde met satellieten. De mensen die vroeger in het veld waren, trainen nu modellen gebaseerd op kunstmatige intelligentie en bewaken de kwaliteit van de metingen.’
Nog zo’n voorbeeld: stikstofdeposities. Als overheid wil je niet alleen weten waar stikstof neerslaat, je wilt ook weten waar het vandaan komt. Dat meet het Nederlandse satellietinstrument Tropomi op de Europese satelliet Sentinel 5P. Jonker: ‘De data laten zien hoe schepen liggen te dieselen voor de Rotterdamse haven, terwijl ze wachten op nieuwe vracht.’
Minicollege satellietdata
Inspirerende praktijkvoorbeelden vullen het eerste deel van de workshop in het provinciehuis van Zuid-Holland. Zo’n vijftig medewerkers van gemeenten, provincies, omgevingsdiensten, waterschappen en bedrijven zitten in de zaal. Ze spreken met elkaar over waardevolle dataproducten die antwoorden bieden op vragen waar decentrale overheden dagelijks tegenaan lopen.
Namens het NSO geeft Coco Antonissen, verantwoordelijk voor gebruiksbevordering, een minicollege satellietdata. Wat zijn actieve en wat passieve sensoren? Welke resoluties zijn beschikbaar? En welke satellietdata is kosteloos beschikbaar via het Satellietdataportaal? Met gemak toont Antonissen hoe veelzijdig en nuttig ruimtevaart kan zijn in toepassingen voor waterkwaliteit, groenmonitoring, luchtkwaliteit en hittestress in steden.
‘Het NSO verbindt bedrijven en overheden. En we adviseren en faciliteren innovatietrajecten’, zegt ze. ‘Innovatie komt niet vanzelf. Daarom hebben wij bijvoorbeeld het SBIR-instrument ontwikkeld, waarmee we bedrijven subsidiëren die een concrete hulpvraag van overheden kunnen oplossen met behulp van satellietdata.’
Ruimte voor steden
De gemeente Amsterdam participeert in de Europese equivalent van SBIR. Het project groeit uit tot Space4cities: een zoektoch
t naar satelliettoepassingen die kunnen helpen bij stadsplanning. ‘Satellieten hebben als voordeel dat ze grote gebieden kostenefficiënt en regelmatig in kaart brengen. En dat je de dataverwerking grotendeels kunt automatiseren’, zegt Boen Groothoff van de gemeente Amsterdam. ‘Wij zijn ervan overtuigd dat stadsmanagement beter en dynamischer wordt met behulp van satellietdata. Daarom investeren we hierin om onze stad weerbaarder, functioneler en leefbaarder te maken.’
Van groenmonitoring tot mobiliteitsvraagstukken en van het onderhoud van infrastructurele werken tot analyses voor een duurzame energietoekomst; de mogelijkheden van satellietdata zijn schier eindeloos, concludeert Groothoff. ‘We vragen iedereen om mee te denken, daarna kopen we samen met onze partners data in en we stellen andere steden in staat om te profiteren van alles dat wij leren.’
Oeverplant of drijvend groen?
Namens het Hoogheemraadschap Delfland vertelt ecoloog Joep de Koning hoe zijn organisatie satellietgegevens gebruikt om watergangen te monitoren. Zelf staat hij nog altijd graag met zijn voeten in de modder om te onderzoeken welke planten aan de oever groeien en wat de kwaliteit van het water is. Zo verzamelt hij veel gedetailleerde data over één specifieke plek. Daarna vergelijkt hij zijn vondsten met satellietdata om te kijken of zijn gegevens representatief zijn voor een groter gebied.
Met de juiste algoritmes blijken satellietinstrumenten in staat om bomen, oeverplanten en drijfplanten van elkaar te onderscheiden. Zo ontstaat bijvoorbeeld een plaatje van het Laakkanaal, dat in 2019 nog kaal en leeg was en nu allerlei vegetatie bevat.De Koning: ‘Inspecteurs moeten vaststellen of er waterplanten in de watergangen groeien. En of Staatsbosbeheer, boeren en andere eigenaars van water hun oevers netjes maaien en watergangen schoonhouden. Als je dit kunt onderzoeken vanuit de ruimte, scheelt dat voor inspecteurs op aarde heel veel werk.’
Grondverzet en bodembeweging
Als de behoeftes bij overheden scherp geformuleerd zijn, zoals die van de gemeente Amsterdam en het Hoogheemraadschap Delfland, gaan bedrijven aan de slag om oplossingen te realiseren. Tijdens de workshop presenteren drie bedrijven hun capaciteiten.
Spheer.ai ontwikkelt een database met Europese satellietgegevens genaamd Carto en maximaliseert de toepassingsmogelijkheden ervan met kunstmatige intelligentie. Vijf provincies en Rijkswaterstaat maken inmiddels gebruik van de database.
S&T Corporation ontwikkelde een satelliettoepassing waarmee overheden grondverzet kunnen monitoren. Jaarlijks wordt in Nederland 80 miljoen ton grond verzet in de vorm van zand, bouwmaterialen, asfalt en puin. Op 175.000 plekken leidt dit tot problemen - problemen die satellieten vanuit de ruimte kunnen zien.
En Sensar meet met millimeter nauwkeurigheid beweging in de bodem, gebouwen en infrastructurele werken. Door heel frequent en op grote schaal te kijken waar de risico’s het grootst zijn, kunnen inspecteurs daar op af gaan en hun tijd efficiënt en effectief inzetten.
Blij met satellietdata
Stond deel één van de workshop in het teken van informatie uitwisselen, in deel twee is het tijd voor actie. Onder leiding van Joris Kruse van Groundstation.space gaan deelnemers in groepjes aan de slag met rapid prototyping op basis van een concrete hulpvraag. Zo ontstaan nieuwe ideeën voor de verrijking van de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG), snellere procedures voor vergunningverlening en handhaving van wet- en regelgeving op basis van satellietdata.
De breedte van de ideeën laat zien hoe groot de rol van satellietdata in ons maatschappij nu al is. En hoeveel nieuwe mogelijkh
eden er nog zijn op het gebied van klimaatadaptatie, biodiversiteit, duurzame mobiliteit en ruimtelijke ordening. ‘Wij zijn heel blij dat we satellietdata hebben opgenomen in onze werkprocessen’, zegt Ton Jonker van de provincie Zuid-Holland. ‘Daarom zullen we steeds blijven zoeken naar nieuwe mogelijkheden.’