Sinds 2012 koopt het NSO satellietgegevens van Nederland centraal in, om ze daarna kosteloos beschikbaar te stellen aan innovatieve bedrijven, instellingen en burgers. Welke successen heeft dit opgeleverd? Erik de Wit is een moderne cartograaf, een Columbus van deze tijd. Met satellietgegevens houdt hij OpenStreetMap actueel.
Voor de mensen die het niet kennen, wat is OpenStreetMap?
‘OpenStreetMap kun je een beetje vergelijken met Google Maps. Het is een kaart van je omgeving. Alleen wordt deze kaart niet gemaakt door een bedrijf, maar door vrijwilligers. Eigenlijk net als de encyclopedie Wikipedia. In Nederland is een gemeenschap actief van zo’n honderd mensen die bijdragen leveren. Ik ben één van hen. Het is een uit de hand gelopen hobby naast mijn werk als R&D medewerker bij een architectenbureau.’
Wat was de allereerste bijdrage die je deed?
‘Voor mij begon het allemaal in 2018. Ik liep door mijn woonwijk en was op zoek naar een andere route om thuis te komen. Toen ik over een voetpad en een bruggetje liep, zag ik dat die ontbraken in OpenStreetMap. Thuis heb ik me geregistreerd en met de muis dat pad en het bruggetje ingetekend. Het was letterlijk een paar minuten werk.’
En toen?
‘Vanaf dat moment ging ik ook actief op zoek in mijn omgeving, de omgeving van Leeuwarden. Ik zocht naar andere dingen die niet op de kaart stonden. Elke keer als ik iets tegenkwam, voegde ik het toe. Laatst kwam ik in een bestemmingsplan van de gemeente een OpenStreetMap kaart tegen met daarop bewerkingen van mijn hand. Dat gaf me een voldaan gevoel. Ik heb iets kunnen bijdragen aan de correctheid van die kaart.’
Hoeveel bijdragen heb je inmiddels gedaan?
‘Dat kan ik zo opzoeken in mijn account. Na dat voetpad en bruggetje heb ik nog 7.051 kaartbewerkingen gedaan. Dat zijn er dus gemiddeld zo’n 1.200 per jaar. Het is redelijk anoniem werk. Niet zo heel veel mensen weten dat deze kaarten worden aangepast door vrijwilligers. Maar grote organisaties, zoals TomTom, de veiligheidsregio’s en dus gemeenten, maken er wel gebruik van.’
Je maakt ook gebruik van het Satellietdataportaal om OpenStreetMap aan te vullen. Hoe doe je dat?
‘Ik laad de beelden van het Satellietdataportaal in als achtergrondlaag in mijn bewerkingssoftware. Dat is heel gemakkelijk. Daarna kijk ik vooral naar plekken waar bouw- of sloopactiviteiten zijn. Ik teken nieuwe rotondes, gebouwen of objecten meteen in. Samen met de andere vrijwilligers maak ik OpenStreetMap op deze manier actueler dan Google Maps en is de navigatie in je auto of op de fiets altijd up to date.’
Is het Satellietdataportaal net zo makkelijk te gebruiken als OpenStreetMap?
‘Het portaal is heel erg gebruiksvriendelijk. Vroeger maakte ik alleen gebruik van het mozaïek van Nederland, zeg maar de homepagina. Inmiddels zoek ik handmatig naar locaties. Als je dan bij de bronnen van de beelden kijkt, kun je de meest recente beelden selecteren. Stel je doet hetzelfde met luchtfoto’s, dan moet je soms wel een half jaar of langer wachten op actuele beelden. Met satellietbeelden is dat bij mooi, onbewolkt weer hooguit een dag of twee.’
Kun je nog een paar voorbeelden noemen van wat je als moderne cartograaf allemaal hebt toegevoegd aan de kaart?
‘Alle rijksmonumenten in de binnenstad van Leeuwarden bijvoorbeeld. Daar is een database van. Ik heb ze in OpenStreetMap gezet, met daarbij – noem het beroepsdeformatie – de namen van de architecten en de bouwstijl. Zo kunnen mensen hun eigen fiets- of wandelroute maken langs de Leeuwardense monumenten. Ik heb ook alle polders met sloten in kaart gebracht. Mensen rijden erlangs zonder te weten dat ze een historische polder passeren. Vanaf de grond zie je dat ook niet, maar met satellieten vanuit de ruimte – en nu dus ook op OpenStreetMap – kun je dat prachtig zien.’
Zou je anderen aanraden om ook in OpenStreetMap en het Satellietdataportaal te duiken?
‘Absoluut. Maak een account aan, dat kost je in beide gevallen helemaal niets. Je kunt meteen kleine bewerkingen doen: toevoegen wat je onderweg tegenkomt. Het is heel laagdrempelig allemaal. Voor je het weet, heb je de smaak te pakken en ga je op zoek naar dingen die ontbreken. Inderdaad, als een moderne Christoffel Columbus.’