>

‘Financier ontwikkelingsprojecten die startups stimuleren en een lokaal ecosysteem opbouwen’

Nederland investeerde tien jaar lang in het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW). In deze serie blikken hoofdrolspelers terug en kijken ze naar de toekomst. Taco de Nies van Kres ontwikkelde samen met partners geautomatiseerde communicatiekanalen en -diensten voor boeren in Angola.

Hoe ben je betrokken geraakt bij het G4AW programma?
‘Nadat ik als consultant had gewerkt aan G4AW kwam de kans om met partners in Angola en Nederland een project te realiseren. Dat werd Mavo Diami (Goed Land). Het idee was om een nieuwe, lokale organisatie op te bouwen, die zelfstandig kon opereren en zo impact kon maken voor kleine voedselproducenten in Angola.’


© Kres
Wat hield het project Mavo Diami in?

‘We hielpen kleine boeren met digitale teeltadviezen. Adviezen vanuit oogpunt om een transitie naar regeneratieve landbouw te ondersteunen. Daarbij zijn natuur, milieu, klimaat en je sociale omgeving net zo belangrijk als een goede oogst. Samen met de partners in Angola (World Vision, Seiva, Novagrolider) en Nederland (Future Water, eLeaf, Aquator, Weather Impact, Wageningen Universiteiten) hebben we de startup Kres vormgegeven en unieke diensten ontwikkeld op basis van weer- en satellietdata die beschikbaar zijn via een chatbot en een voicebot.’

Wat moeten we ons hierbij voorstellen?
‘Net als veel andere G4AW-projecten geven wij teeltadviezen: welk gewas kan een boer het beste planten? Wanneer moet je bemesten of beregenen om de oogst te optimaliseren. En wat is het beste moment om te oogsten? We gebruiken daarbij óók informatie die de boeren aan ons terugkoppelen. Ze kunnen dat doen via de chat of in het Portugees via gesproken berichten. Hierin is Kres uniek. In plaats van éénrichtingsverkeer via sms-berichten, gaat Kres, geautomatiseerd weliswaar, met boeren in gesprek.’

Waarin onderscheidde Mavo Diami zich nog meer?
‘We stonden voor de vraag: hoe maak je kleine boeren onderdeel van een groter netwerk, zonder dat ze daarbij hun autonomie opgeven? Kleine boeren hebben geen toegang tot grote landbouwbedrijven en andere marktpartijen. Waar zij behoefte aan hebben is een ‘landbouwvoorlichtingsdienst 2.0’, een netwerk van ondernemers en partners voor de boeren, die ze kan helpen met kennis en diensten en aansluiting op de markt van bijvoorbeeld kwaliteitszaden en andere noodzakelijke inputs maar ook connectie naar de markt voor hun productie. Novagrolider was de lokale partner die instrumenteel is geweest aan de startup van het project en Kres waarna we in Seiva een lokale partner hebben gevonden waarmee we dit ecosysteem verder konden ontwikkelen en uitbouwen.’

Dat klinkt vast makkelijker dan het was. Tegen welke obstakels liepen jullie aan?
‘De grootste bottleneck is het vinden van de juiste lokale partners en met hen decentraal werken. Als een grote NGO aan de slag gaat, denken veel boeren: die hebben geld, zij gaan het voor ons regelen. Voor je het weet krijg je dan de traditionele projectmatige aanpak met doelen en veel subsidiegeld om die te bereiken. Wat je wilt zijn passievolle en gedreven lokale organisaties die de kar trekken. Dan moet je klein beginnen, als een startup. En daarna gestaag groeien en samen leren. Op die manier veranker je zowel bij de startup als bij de boeren een bedrijfsmatige aanpak.’

Niet alle boeren zijn ondernemend !
© Kres

‘Een belangrijk inzicht dat wij wederom bevestigd hebben is dat je overal in de wereld verschillende type boeren hebt, dus ook in Angola. Boeren die verbouwen wat ze nodig hebben voor zichzelf en hun gezin. Deze boeren hebben ook behoefte aan de diensten maar realiseren van de juiste proposities voor deze groep is altijd een hele lastige, zeker in Angola gezien de afwezigheid van o.a. mobiele betaaldiensten zoals het elders in Afrika zeer bekende M-Pesa. Daarnaast heb je boeren die deels ook gewassen verbouwen voor de markt. Zij willen hun oogst verkopen. Deze groep is eenvoudiger te bereiken met proposities. Zij zijn bezig met het verbeteren van hun productie. Ze willen “professioneel” boeren en zijn ook bereid om te betalen voor diensten die hen in hun werk helpen.

Hoe bereik je juist deze doelgroep?
‘Vooral via een agentennetwerk van lokale partijen die de cultuur kennen en precies weten wat kleine boeren nodig hebben om een kwaliteitsslag te kunnen maken. Radio is ook een goed medium, dat wordt veel naar geluisterd in Angola. En via Facebook kun je een hele groep jongere boeren bereiken, die beschikt over een smartphone met internet.’

Project Mavo Diami was het sluitstuk van G4AW. Welke conclusies trek jij op basis van je ervaringen met dit programma?
‘Binnen G4AW zijn ontzettend veel goede producten en diensten ontwikkeld. Nu komt het erop aan om deze lokaal te verankeren. Alle aandacht zou uit moeten gaan naar de producten/diensten die een bijdrage leveren aan integraal verbeteren van welzijn van boeren, hun land en omgeving en waar de resultaten (‘outcome’) de basis zijn voor het financieren van de informatiediensten die daadwerkelijk een positief effect genereren. Hierdoor zijn niet alleen boeren bereid te betalen maar kan andere vormen van financiering/betalingen worden gedacht die kosten van de diensten kan dekken. Alleen dan hebben de diensten bestaansrecht en die zijn dan ook schaalbaar1.'


© Kres
Kan zoiets van de grond komen zonder grote overheidssubsidies?

‘Subsidie kan een katalysator zijn. Mijn tip zou zijn: begin met kleine investeringen. Financier ideeën zoals je startups financiert. Van idee via pilots naar ‘minimum viable producten’, geef de kans om te itereren en waarborg dat vanaf het begin een dienst en organisatie wordt neergezet die kan opschalen. Bij elke stap kun je bepalen of het zin heeft om nieuwe, grotere investeringen te doen. Je stelt kwalitatieve inhoudelijke doelen en beloont resultaten vanuit de bewezen meerwaarde van de dienst en de potentie om diensten op te schalen. Dit gaat niet alleen om het product maar vooral om de teams, de partnerschappen en verbindingen die worden gerealiseerd. Maar je kijkt naar een stabiele voorlichtingsorganisatie die waarborgt dat de juiste diensten op de lange termijn kunnen bestaan.’

Zal het werk van Kres over tien jaar nog bestaan in Angola?
‘Ik zie in Seiva een partner die gestaag stap voor stap aan het bouwen is. Een lokaal verankerd team met passievolle mensen en partnerschappen die boeren gemeenschappen versterken waarin de diensten van Kres kunnen evolueren. De diensten die we met Kres ontwikkelden zullen opgaan in wat maar nodig is voor de toekomst van kleine boeren in Angola. Ik zie ook kansen voor de introductie van het Kres-ecosysteem in andere landen. De stap naar Mozambique ligt voor de hand, daar gaan we graag aan de slag’.



1Noot: de Rabobank ACORN diensten zijn hier een voorbeeld van.