>

‘Dankzij G4AW konden wij uitgroeien tot een volwassen onderneming’

Nederland investeerde tien jaar lang in het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW). In deze serie blikken hoofdrolspelers terug en kijken ze naar de toekom
Stefan Ligtenberg ©Weather Impact
st. Stefan Ligtenberg is directeur van Weather Impact: ‘We benaderen kleine voedselproducenten niet als hulpbehoevend, maar als ondernemer. En dat werkt.’

Weather Impact was betrokken bij maar liefst acht G4AW projecten. Vanwaar deze populariteit?
‘Wij leveren weerdata. Dat is een populaire dienst. Ga maar na: hoe vaak gebruik je zelf Buienradar op je smartphone? Weerapps staan steevast in de Top 5 meest gebruikte toepassingen. In Afrika worden weerdiensten ook steeds populairder. Voedselproducenten willen weten wanneer het gaat regenen, wanneer ze het beste kunnen zaaien en hoe ze de oogst kunnen optimaliseren. Onze weerservice was in de verschillende projecten van grote toegevoegde waarde voor boeren.’

Niet iedereen heeft een smartphone en zeker niet daar. Hoe losten jullie dat op?
‘De basis is dezelfde als bij ons: weermodellen. Die worden gevoed met satellietdata, maar ook met informatie van bijvoorbeeld weerballonnen, schepen en meetstations op de grond. In Afrika werken we vooral met de weermodellen van de Europese weerdienst, ECWMF. Je kunt een kort berichtje maken met daarin de allerbelangrijkste weersinformatie en dat bericht via sms naar boeren sturen. Zo’n bericht mag maximaal 160 tekens lang zijn, maar bevat bij ons bijvoorbeeld de verwachte neerslagkans, neerslaghoeveelheid en temperatuur voor drie dagen vooruit en voor de drie dagen daarna.’

Is dat wat je noemt een agrometeo-sms dienst?
‘Dat klopt. Het is een sms-weerbericht specifiek voor de landbouw in een bepaald gebied. Sms bleek wel een paar nadelen te hebben. Met één cent per verstuurd bericht is het relatief duur als je het week in week uit naar tienduizenden of honderdduizenden boeren stuurt. Daarnaast biedt een sms weinig ruimte voor aanvullende informatie. En je gooit zo’n bericht “over de schutting”. Je weet dus niet of mensen het ook daadwerkelijk ontvangen en wat ze met de informatie doen. Daarom werken we nu aan een nieuwe dienst. Met een chatbot gebaseerd op Telegram kunnen we alle nadelen van sms omzeilen. Alleen heb je dan wel weer een dataverbinding en een smartphone nodig om het te kunnen lezen.’


©Weather Impact
Hoe groot is het belang van deze diensten voor kleine voedselproducenten in Afrika en Azië?

‘De boeren die wij bedienen hadden geen of nauwelijks toegang tot een weerbericht. Boeren nemen traditioneel besluiten op basis van kennis die van generatie op generatie overgeleverd wordt. Door klimaatverandering werkt dit minder goed. Onze diensten geven de boeren meer actuele informatie. Dankzij de agrodiensten zijn boeren geen speelbal van de omstandigheden, maar in staat om het weer enigszins te voorzien. Dat leidt tot handelingsperspectief.’

Wat was jullie grootste succes binnen het G4AW-programma?
‘In Kenia steunden we CROPMON met twee sms-jes per week die 150.000 boeren bereikten. En GAP4A is wat mij betreft ook een succesverhaal. Wij leveren inmiddels al meer dan vijf jaar weerdiensten aan boeren in Burundi. Daar zijn honderdduizenden boeren bij het project betrokken, waardoor het mogelijk is om de dienst kostendekkend uit te voeren. Deze winter trainden we alle 850 activators van AUXFIN in hoe je weerinformatie moet interpreteren en kunt gebruiken in de landbouw. Zij geven hun kennis weer door aan de lokale voedselproducenten.’

Levert deze kennis hen veel op?
‘Hier in Nederland hebben we allemaal drie weerapps op onze telefoon, we hebben het KNMI en een weerbericht na het journaal. Je zou kunnen zeggen dat wij beschikken over honderd procent weerinformatie. Met één simpele sms-weerdienst breng je boeren in ontwikkelingslanden van bijna nul informatie naar tachtig procent. Met een heel klein beetje informatie, verander je letterlijk hun wereld.’

Zien voedselproducenten de toegevoegde waarde van deze diensten ook meteen?
‘Eén van hen zei dat we Gods werk deden, omdat hij dankzij het weerbericht in de toekomst kon kijken. Dat is natuurlijk heel bijzonder. Aan de andere kant: zodra je mensen voorziet van tachtig procent van de informatie, willen ze die andere twintig procent ook en gaan ze vragen stellen. Gaat het vandaag ’s ochtends of juist ’s middags regenen? En geef ze eens ongelijk, wij willen dat toch ook? Deze kritische houding geeft aan dat wat we doen ontzettend veel zin heeft. Dat boeren niet meer op toeval, maar als ondernemers gaan opereren. En dat is een mooie bijvangst van het G4AW-programma dat zich primair richtte op het bereiken van een grotere voedselzekerheid.’
©Weather Impact

Lukt het om de diensten voort te zetten en verder uit te breiden?
‘Opschalen en uitbreiden is een grote uitdaging. Hiervoor zijn wij niet groot genoeg en we zijn niet, zoals bijvoorbeeld AUXFIN, permanent aanwezig in de doellanden. Maar we doen wat we kunnen, ook via andere routes, en met (lokale) partners.’

Kun je daar een voorbeeld van noemen?
‘We richten ons op de lokale meteorologische instituten, want daar is nog een grote slag te slaan. Vroeger werden weerinstituten professioneler gerund dan nu. Om allerlei redenen zijn de weerinstituten en -stations in verval geraakt. Als wereldsamenleving zijn we erbij gebaat dat lokale weerinstituten goed georganiseerd zijn en zelf weermodellen kunnen maken en weerberichten uitsturen. Daar is onder meer scholing voor nodig en wij helpen erbij via projecten die onder meer door de Wereldbank gefinancierd worden.’

Hoe heeft het G4AW programma de werkzaamheden van Weather Impact beïnvloed?
‘Het idee om Weather Impact op te richten ontstond precies in de tijd dat het G4AW-programma ontwikkeld werd. G4AW gaf ons de kans om te groeien van een nieuw en zoekend bedrijfje naar een volwassen onderneming die services ontwikkelt en daarvan kan bestaan. Het gaf ons ook de tijd en ruimte om ons goed te verdiepen in wat nodig is in ontwikkelingslanden. We moeten de Afrikaanse boeren niet zien als hulpbehoevend, maar juist als ondernemer. Met de juiste informatie kunnen zij hun eigen beslissingen nemen, onafhankelijk van ons.’


©Weather Impact
Wat heeft werken aan al die G4AW projecten voor jou persoonlijk betekend?

‘Wij kunnen met de beste intenties van achter een bureau in Nederland allerlei oplossingen bedenken. Maar dan – dit is waar gebeurd – maken wij een icoontje dat iedereen herkent als de zon: een zwart bolletje met acht stralen. En wat blijkt? De lokale bevolking ziet het aan voor een spin. Welk icoon je wel moet gebruiken, daar kom je achter als je erheen gaat en praat met de boeren over wat zij nodig hebben en ervaren. Binnen G4AW-projecten hebben we dit veel gedaan en dat heeft mijn wereldbeeld veranderd. Je ziet hoe arm sommige mensen zijn, hoe schrijnend hun situatie is. Hoe ze grond bewerken met grote hoogteverschillen erin, die vervolgens wordt weggespoeld als het een keer hard regent. Vaak is er dagen geen internet of zelfs geen stroom. Als je dit zelf meemaakt, dan besef je pas wat je moet ontwikkelen om voor deze mensen van waarde te zijn. G4AW heeft ons die kans gegeven en dat heeft heel veel waardevolle inzichten opgeleverd.’