Nederland investeerde tien jaar lang in het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW). In deze serie blikken hoofdrolspelers terug en kijken ze naar de toekomst. Ruud Grim was programmamanager namens het NSO: ‘We hebben tien jaar lang gezaaid, nu is het tijd om te oogsten.’
Wat was het idee achter G4AW?
‘Hier in Nederland weten we hoe groot de toegevoegde waarde van satellietdata en digitalisering is voor allerlei toepassingen op aarde. In Zuidoost-Azië en Afrika is dat heel anders. Met het G4AW-programma wilden we laten zien dat satellietdata meer omvat dan statistische informatie. We wilden kleine voedselproducenten tijdig toegang geven tot meer betrouwbare informatie en verzekeringen. En zo bijdragen aan inkomenszekerheid en werkgelegenheid in de betrokken landen.’
Hoe landde dit idee in de wereld van ontwikkelingssamenwerking?
‘Tien jaar geleden werden digitale middelen niet of nauwelijks geassocieerd met ontwikkelingssamenwerking. Digitalisering, innovatie, satellietdiensten; dat was iets voor bedrijven die winst willen maken. Ontwikkelingssamenwerking, dat was de heersende opvatting, deed je met mensen en zónder winstbelang. Het lag dus gevoelig…’
Is het goed gekomen?
‘Non-gouvernementele organisaties zagen al snel dat een publiek-private samenwerking ook kansen biedt. En dat je met digitalisering impact kunt hebben in ontwikkelingslanden. Miljoenen kleine voedselproducenten kregen toegang tot adviesdiensten en verzekeringen die ze daarvoor niet hadden. Dit leidde tot minder ziekten, grotere oogsten, meer voedselzekerheid en soms ook tot een betere inkomenszekerheid. Daar kwamen weer andere effecten uit voort. Kinderen van boeren die makkelijker naar school konden gaan. En een toename van de lokale werkgelegenheid bij de levering van diensten.’
En wat bracht het op aan de Nederlandse kant?
‘Het programma heeft digitalisering bij ministeries en ngo’s verder aangejaagd. De opbrengst voor bedrijven was heel divers. Zo ontwikkelde Satelligence mede op basis van G4AW-ervaringen bijvoorbeeld een hele dienstenlijn voor de Europese ontbossingsregelgeving. En Weather Impact heeft zijn mondiale dienstverlening met weer- en landbouwadviezen door G4AW verder kunnen ontwikkelen.’
Was er één duidelijke succesformule achter alle G4AW projecten?
‘Elk van de 25 projecten binnen G4AW was een unieke samenwerking en in die zin: maatwerk. Maar de methode erachter was wel overal gelijk. Dat was de grote kracht. Verschillende soorten organisaties en disciplines kwamen bij elkaar met een gezamenlijk doel. Lukte het om goed samen te werken, dan kon iedereen vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid een waardevolle bijdrage leveren.’
Kunt u hiervan een concreet voorbeeld noemen?
‘Ik denk aan de adviesdiensten STAMP in Mali en MODHEM in Burkina Faso. Dit zijn niet de meest veilige landen. De herders in die landen vragen zich af: waar moet ik naartoe met mijn kuddes als hier te weinig vegetatie is? Het antwoord kwam van een eenvoudige satelliettoepassing die geschikte graasgronden vindt. Die kon er alleen komen omdat de ngo SNV, lokale overheden, telefonieproviders en service providers met Nederlandse geodatabedrijven samenwerkten.’
Een project starten is makkelijker dan het duurzaam voortzetten. Hoe is dit gegaan bij G4AW projecten?
‘G4AW is geen “doorsnee” programma. We hebben het groot aangepakt, er is veel geïnvesteerd door onze overheid, maar ook door de betrokken organisaties zelf. We hebben ook boven verwachting gepresteerd. Ongeveer de helft van de ontwikkelde diensten is nog in gebruik na het einde van G4AW in 2023. Een kwart van de diensten is zelfs opgeschaald of uitgebreid naar andere landen. Met andere woorden: het aantal gebruikers en begunstigden neemt nog altijd toe.’
Innoveren is altijd leren. Welke onverwachte uitkomsten kende het programma?
‘We hadden niet verwacht dat een aantal ngo’s digitalisering zou gaan omarmen als strategisch instrument om impact in hun partnerlanden te realiseren. Dat is wel gebeurd. In de doellanden kwam een groot aantal jongeren in aanraking met digitalisering. Dit heeft bijgedragen aan het terugdringen van jeugdwerkloosheid. Daarnaast bleek er veel interesse voor G4AW vanuit de financiële sector. Ook die hadden we niet zien aankomen.’
Hoe raakte de financiële sector betrokken?
‘Wij hielpen boeren door ze advies en handelingsperspectief te geven op basis van satellietgegevens. Wat is het beste moment om te zaaien? Om te bemesten? En zo verder. Banken kregen vervolgens de vraag van boeren: “We hebben geen geld om zaden of mest te kopen, kunnen we een lening afsluiten?” Die vraag heeft het Nederlands Platform voor Microfinanciering opgepakt. In een nieuwe dienst zorgen de Rabobank en Solidaridad met Nederlandse satellietdiensten dat boeren extra inkomsten kunnen genereren uit de verkoop van carbon credits aan grote internationale bedrijven die hun uitstoot willen compenseren.’
G4AW heeft ook geleid tot verzekeringen voor kleine boeren, hoe zit dat?
‘Een oogst is feitelijk het “inkomen” van de boer. Als een oogst mislukt, leidt dit tot armoede. De oogst verzekeren met veldinspecties door mensen is veel te duur. Binnen G4AW is daarom een verzekering ontwikkeld op basis van geautomatiseerde inspecties met satellietdata. Bij bepaalde grenswaarden van bijvoorbeeld droogte, wordt automatisch verzekeringsgeld uitgekeerd. Je hebt hier bijna geen mensen voor nodig, wat de dienst heel goedkoop maakt. In Oeganda is een verzekering opgezet waarbij de overheid de helft van de premie voor haar rekening nam. Op dit moment wordt ook gewerkt aan verzekeringen in Mali, Mozambique, Togo en Senegal.’
Zou een deel van al deze resultaten ook zonder het G4AW-programma zijn geboekt?
‘Natuurlijk. Innovatie vindt overal plaats. En zeker in Nederland, omdat we een kenniseconomie zijn. Wat je met zekerheid kunt zeggen, is dat G4AW een aanjager en versneller van innovatie is geweest. En nog belangrijker: dat het positieve resultaten heeft opgeleverd voor kwetsbare voedselproducenten.’
Wat is de belangrijkste les van tien jaar G4AW?
‘Hoe belangrijk investeren in samenwerking is. Met zoveel doelgroepen in verschillende landen, projecten, deelnemers en doelen moet je ontzettend veel tijd en energie investeren in de samenwerking. Aandacht voor individuele belangen van betrokkenen is daarbij heel belangrijk. Als je deelnemers in staat stelt om naast het einddoel óók eigen doelen en belangen te dienen, vergroot je de kans op succes.’
Hoe gaat het verhaal van G4AW verder?
‘De kennis en ervaring die we hebben opgedaan, mag niet verloren gaan. We hebben tien jaar lang gezaaid. Samen geïnvesteerd in een doel dat geen van de betrokken partijen afzonderlijk van elkaar had kunnen bereiken. Nu is het tijd om te oogsten. Dat betekent: opschalen en uitbreiden waar dit kansrijk is. En kennis en ervaring van G4AW toepassen in andere domeinen. Bijvoorbeeld op dossiers als verzilting, biodiversiteit en waarschuwingssystemen voor extreem weer. Bij al deze onderwerpen is een belangrijk inzicht van G4AW van onschatbare waarde: hoe zorg je dat innovatieve, digitale diensten aansluiten op behoeften van eindgebruikers, zodat zij hun eigen positie en omgeving kunnen verbeteren.’