Het NSO heeft twee voorstellen voor nieuwe kennisnetwerken gehonoreerd: over wateronderzoek en over planeetonderzoek. Met de kennisnetwerkenregeling investeert Nederland in wetenschappelijke samenwerking in de ruimtevaart. In een kennisnetwerk doen wetenschappers in samenwerking met experts uit het bedrijfsleven of de publieke sector onderzoek. Beide kennisnetwerken gaan deze maand van start en ontvangen 690k€.
Satellietdata voor droogte, overstromingen en waterkwaliteit
Nederland is een waterland, en dat is terug te zien in de diversiteit van deelnemers aan het kennisnetwerk ‘Water: Nieuwe aardobservatiedata voor wateronderzoek en -toepassingen’. Naast wetenschappers nemen adviesbureaus, waterschappen, Rijkswaterstaat en onderzoeksbureaus deel aan het netwerk. Volgens universitair hoofddocent Ype van der Velde, een van de coördinatoren van het kennisnetwerk, b
iedt dit netwerk een platform voor deskundigen uit de watersector om mee te denken over welke (wetenschappelijke) kennis er nodig is.
Het doel van het kennisnetwerk is om samen te onderzoeken hoe satellietdata het watermanagement in Nederland zo goed mogelijk kunnen ondersteunen. De wetenschappers gaan zich richten op drie gebieden: droogte, overstromingen en waterkwaliteit. ‘Met satellieten kan je zien hoeveel bodemvocht er is en hoe de hoeveelheid water in planten gedurende de dag verandert. Daardoor kunnen we inschatten hoe erg een droogte gaat worden, en waar nog wel water beschikbaar is tijdens een droge periode’, legt van der Velde uit.
Maar ook als het veel regent kunnen satellieten waardevolle informatie verschaffen. ‘In de natte periodes kunnen we hopelijk in de toekomst bijna realtime kijken waar het water eraan komt, hoeveel water dat is en of dat een overstroming wordt.’
Naast droogte en overstromingen gaat het netwerk waterkwaliteit onderzoeken. ‘De resolutie van satellieten is nu goed genoeg om dat voor meren in de gaten te houden, maar het grootste deel van het water in Nederland bestaat uit sloten en kanalen. Die kan je niet allemaal met de hand bemonsteren, dus daar ligt in de toekomst een grote kans voor het gebruik van satellieten.’
Volgens Van der Velde is de samenwerking in kennisnetwerk erg waardevol. ‘Er wordt veel kennis uitgewisseld in de waterwereld, maar wel vooral op regionaal niveau of tijdens specifieke projecten. Terwijl de uitdagingen in watermanagement landelijk zijn. Nu gaan we landelijk en methodisch onderzoek doen en nuttige producten ontwikkelen. Hopelijk kan iedereen in de waterwereld in de toekomst makkelijk gebruik maken van goede data.’
‘Leidende rol op toekomstige planeetmissie.’
Hoe kan je meten of er leven op een planeet voorkomt? Dat is wat de wetenschappers in het kennisnetwerk voor planeetonderzoek gaan onderzoeken. De uitkomsten daarvan zijn input voor de meet-instrume
nten van toekomst.
In het kennisnetwerk ‘Onderzoek naar leefbaarheid van planeten’ zijn alle Nederlandse universiteiten die werken aan planeetonderzoek aangesloten. Wim van Westrenen, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is een van de leiders van het netwerk: ‘Het is voor het eerst dat we de nationale expertise op dit gebied in één project combineren.’
Die samenwerking biedt nieuwe kansen volgens Van Westrenen: ‘Nu kunnen we samen keuzes maken en bedenken wat de niche van Nederland gaat zijn. Nederland is misschien een klein land, maar dat heeft ook voordelen. We spreken elkaar vaak en kunnen makkelijk ergens samenkomen. Dat maakt onze positie in planeetonderzoek sterker.’
De wetenschappers gaan onderzoeken hoe je met ruimtemissies mogelijke sporen van leven in het zonnestelsel zou kunnen waarnemen. Ze kijken vooral naar de binnenkant en oppervlakte van objecten. In eerste instantie gaat de interesse uit naar allerlei plekken in het zonnestelsel: van Mars tot de ijsmanen van Jupiter. Van Westrenen legt uit: ‘Daarna gaan we keuzes maken en ons op een of twee speerpunten concentreren.’ Want het kennisnetwerk heeft een duidelijke ambitie ‘We willen in de toekomst een instrument onder Nederlandse leiding op een wetenschappelijke ruimtemissie in het zonnestelsel.’
Het NSO voert de kennisnetwerkenregeling uit in samenwerking met de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), met financiering van het ministerie van OCW.