>

‘Nederland praat op het hoogste niveau mee over een vreedzaam en veilig gebruik van de ruimte’

Honderd landen praten in de VN-commissie COPUOS over nieuwe regels voor een vreedzaam, veilig en duurzaam gebruik van de ruimte. Joanna Ruiter van het NSO adviseert de Nederlandse deelnemers aan de vergaderingen. ‘Het is politiek, ingewikkeld en fascinerend tegelijk.’

COPUOS, niet veel mensen zullen het kennen. Wat is dit voor organisatie?

‘De Verenigde Naties hebben verschillende commissies en dit is een van de grootste. In het Nederlands zouden we zeggen: de commissie voor het vreedzaam gebruik van de ruimte. Nederland wordt in COPUOS vertegenwoordigd door een delegatie van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI). Wat mij betreft is het een bijzondere vergadering. Want hoe groot de spanningen tussen naties op aarde soms ook zijn, in deze commissie blijven ze met elkaar in gesprek over de ruimte. Dat gold voor Verenigde Staten en Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog. En dat geldt ook nu, ondanks de oorlog in Oekraïne en andere geopolitieke spanningen.’


Joanna Ruiter van het NSO adviseert de Nederlandse deelnemers aan de vergaderingen. Bron: UNOOSA

Over welke onderwerpen gaat het in de vergaderingen van COPUOS zoal?

‘De belangrijkste gesprekken gaan over veiligheid in de ruimte en over een duurzaam en vreedzaam gebruik van de ruimte. Denk bijvoorbeeld ruimtepuin, dat we zoveel mogelijk willen voorkomen. Denk aan een gezamenlijk systeem om “verkeer” in de ruimte te managen. En aan het monitoren van ruimteweer en gevaarlijke objecten die vanuit de ruimte op de aarde af kunnen komen.’

Ruimtepuin is een hot topic. Hoe probeert COPUOS hier iets aan te doen?

‘Heel lang bleef het aantal satellieten dat om de aarde draaide ongeveer gelijk: zo’n drie tot vierduizend. De afgelopen tien jaar is dat verdubbeld naar zeven tot achtduizend. Dat heeft vooral te maken met commerciële initiatieven zoals OneWeb en Starlink van SpaceX. Op dit moment heeft elk land zijn eigen “spelregels” over wat je moet doen met oude en kapotte satellieten. Daar probeert COPUOS verandering in te brengen met 21 specifieke richtlijnen. Hoe meer landen zich aan deze richtlijnen houden, hoe veiliger en duurzamer het gebruik van de ruimte wordt.’

Richtlijnen. Dat klinkt anders dan wetten die je kunt handhaven?

‘Het is erg moeilijk om internationale wetgeving af te spreken. Dat zie je ook als het gaat om oorlogen of klimaatverandering. De Verenigde Naties werkt met verdragen. Zo is er bijvoorbeeld het Outer Space Treaty uit 1967. Dit verdrag gaat over het vreedzaam gebruik van de ruimte. Tot op heden werd het geratificeerd door 113 landen, waaronder alle belangrijke ruimtevaartnaties. Maar sinds 1967 is de wereld van de ruimtevaart natuurlijk sterk veranderd…’

Hoe moeilijk is het om tot nieuwe afspraken te komen met COPUOS?

‘De belangen van China, Rusland en de Verenigde Staten of die van landen met commerciële partijen komen lang niet altijd overeen. COPUOS werkt op basis van consensus: iedereen moet het eens zijn over de inhoud en de formulering van nieuwe verdragen en richtlijnen. Daarom is het niet makkelijk om besluiten te nemen waar iedereen zich aan wil houden.’

Worden er desondanks ook successen geboekt?

‘Zeker. Een voorbeeld is anti-satelliettesten. In het verleden hebben verschillende landen satellieten bewust laten crashen. Dat leverde heel veel ruimtepuin op met grote gevolgen voor operationele satellieten en het toekomstige gebruik van de ruimte. Steeds meer landen spreken bij COPUOS uit dat ze zulke testen niet meer zullen doen. Dat is winst.’

En die vluchtleiding voor verkeer in de ruimte, hoe staat het daarmee?

‘In de luchtvaart is dat goed geregeld. Landen hebben duidelijke afspraken met elkaar gemaakt over hoe je met elkaar omgaat in het luchtruim. Dat is relatief makkelijk: het luchtruim boven een land is van dat land zelf. Elk land kan regels uitvaardigen en handhaven. Een satelliet vliegt met tienduizenden kilometers per uur om de aarde heen. En de ruimte is van niemand. Om het toch veilig te houden daarboven, werkt de Europese Unie hard aan regels om ruimteverkeer goed te managen. Uiteindelijk willen we dat die regels er ook komen op mondiaal niveau. COPUOS is dé plek om hier samen afspraken over te maken.’


Verspreiding van ruimtepuin om de aarde. Bron: ESA, beeld uit 2019.

Nederland is lid van COPUOS sinds 1977. Waarom doen wij mee?

‘Alleen als je betrokken bent bij de gesprekken op het hoogste internationale niveau, heb je invloed op toekomstige wet- en regelgeving over het gebruik van de ruimte. Daarnaast geeft deelname aan COPUOS ook toegang tot de recentste informatie over het gebruik van de ruimte. En het is een mooie manier om verbinding te zoeken met andere landen.’

Jij adviseert namens het NSO gedelegeerden die deelnemen aan de COPUOS vergaderingen. Hoe is dat?

‘Fascinerend. Aan de ene kant is het ontzettend politiek en ingewikkeld. Het is moeilijk om overeenstemming te bereiken. Aan de andere kant: we hebben dit forum. We praten met elkaar, ook al zijn de verhoudingen op andere vlakken niet al te best. Nederland vindt het belangrijk dat de ruimte wordt gebruikt voor vreedzame doeleinden, dat het veilig is in de ruimte en dat we ook in de ruimte streven naar duurzaamheid. Deelname aan COPUOS is de beste kans die we hebben om dit te bereiken.’