Het NSO heeft 12 nieuwe onderzoeksvoorstellen op het gebied van aardobservatie en planeetonderzoek gehonoreerd. De betrokken onderzoekers krijgen een financiële injectie vanuit het programma Gebruikersondersteuning Ruimteonderzoek dat het NSO uitvoert in opdracht van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Tien projecten op het gebied van aardobservatie dienen het wetenschappelijke en maatschappelijke belang op gebieden als het klimaat en het milieu en de gevolgen daarvan voor de samenleving. Twee projecten op het gebied van het planeetonderzoek dragen bij aan de versterking van de Nederlandse inzet voor het internationale planeetonderzoek. Er waren dertig voorstellen ingediend. Met twaalf toegekende voorstellen is met deze call ongeveer 2,8 miljoen euro gemoeid.
AARDOBSERVATIE
Toward a next-generation instantaneous dynamics model of the crust-mantle system
Dr. C. Thieulot (UU)
Dit project gaat een geavanceerd 3-D numeriek model van de aarde maken tot een diepte van bijna 3000 km. Daarin worden de mechanische spanningen en de vervorming van de korst, de lithosfeerplaten en de mantel voor het eerst in één gedetailleerd model gesimuleerd. De verklaring van het zwaartekrachtsveld zoals dat is geobserveerd door moderne Europese satellieten (GOCE), speelt in het model een belangrijke rol.
Saltmarshes under stress: thresholds for saltmarsh dynamics from global satellite data (MARSH)
Dr. D. van der Wal (NIOZ)
Gebruik van optische satellietdata levert op een consistente manier wereldwijde informatie op voor de bestudering van schorren en de laterale dynamiek ervan. Door de schorvorming en omgevingsfactoren te vergelijken, bepaalt dit project welke factoren en condities van invloed zijn op de schorvorming.
ACEPOL: aerosol characterization from polarimeter and lidar
Dr. O. Hasekamp (SRON)
Aerosolen beïnvloeden het klimaat door zonlicht terug te kaatsen en de vorming van wolken te beïnvloeden. Om het effect van aerosolen op het klimaat beter te begrijpen, zijn mondiale metingen nodig van aerosoleigenschappen. Hoeveel licht absorberen en weerkaatsen de deeltjes, en wat zijn de microfysische eigenschappen zoals grootteverdeling en brekingsindex. Dit project gebruikt vliegtuigmetingen van de polarisatie van door de aardatmosfeer teruggekaatst zonlicht om deze belangrijke aerosoleigenschappen te bepalen.
FRESCO-B: retrieval of scattering cloud parameters from the oxygen A and B bands
Dr. P. Wang (KNMI)
De nieuwe Sentinelsatellieten zullen waarnemingen leveren over de sporengassen ozon, stikstofdioxide, zwaveldioxide, formaldehyde en koolmonoxide. Deze gassen zijn van belang voor luchtkwaliteit en klimaatverandering. Nauwkeurigheid is belangrijk voor het maken van lange klimaattijdreeksen en wolken beïnvloeden de waarneming van sporengassen in de troposfeer sterk. Dit project gaat het FRESCO-algoritme verder verbeteren, waardoor wolkeneigenschappen beter kunnen worden afgeleid.
An interactive narrowband albedo model for the Greenland Ice Sheet
Dr. W.J. van de Berg (UU)
Dit project wil de beschrijving van albedo (oppervlaktereflectiviteit voor zonlicht) in een regionaal klimaatmodel verbeteren. Zo kunnen er betere schattingen van het toekomstige massaverlies van de Groenlandse ijskap gemaakt worden. Het nieuw gemodelleerde spectrale albedo wordt geëvalueerd met in-situ spectrale observaties en satellietbeelden.
Quantifying shallow and deep permafrost changes using radar remote sensing
Dr. J. van Huissteden (VU)
Dit onderzoek wil innovatieve toepassingen van radarsatellietbeelden testen en verbeteren. Dat zal de dooi van permafrost en de aanwezigheid van methaan hotspots in meren beter in kaart brengen.
Space-based assessment of ozone deposition and its impact on ecosystem functioning
Dr. L. Ganzeveld (WUR)
Ozon heeft naast een direct effect ook een indirect effect als broeikasgas, omdat het door opname bij planten zorgt voor een verminderde opname van CO2. Dit effect is tot nu toe slechts in laboratoria en via veldmetingen onderzocht. Dit onderzoek zal het effect met behulp van satellietdata zichtbaar maken. Het scheiden van het effect van de ozon-depositie naast de andere effecten in de vegetatieontwikkeling zal een grote rol spelen binnen het onderzoek.
Nitrogen deposition and its effect on drought stress and carbon exchange
Prof. dr. ing. J.W. Erisman (VU)
Ammoniakmetingen van IASI worden gebruikt als markers voor stikstofbemesting. Samen met satellietwaarnemingen geeft dit informatie over het type en de hoeveelheid stikstofaanvoer, de verliezen en de depositie van stikstof en het effect op de droogtestress en koolstofuitwisseling in terrestrische systemen.
Multi-disciplinary Approach Towards a Better Understanding of the Seismic Cycle using Two Decades of Space Geodetic Data
Dr. R.E.M. Riva (TU Delft)
Dit project gaat ruimtegeodetische meetgegevens combineren met aardplaattektoniek, bodemdaling, verandering van de zeespiegel en natuurrampen en hun onderlinge interacties. Het maakt deel uit van een onderliggende studie naar de aardbevingscyclus in Zuidoost-Azië.
Air pollutant emissions from agriculture optimized by Earth observations (AMARETTO)
Prof. dr. ir. W. de Vries (WUR)
Dit project wil de bepaling verbeteren van zowel de ruimtelijke als temporele variabiliteit van de emissies en concentraties van ammoniak binnen Europa, en wel met behulp van satellietdata.
PLANEETONDERZOEK
Development of integrated trace element and stable isotope fractionation during planetary core formation
Dr. P.Z. Vroon (VU)
Bij de vorming van de metallische kern in planeten en manen ontstaat, tussen de vloeibare silicaatmantel en de metallische kern, een nieuwe verdeling van hoofd- en sporenelementen en van stabiele isotopen van bijvoorbeeld silicium en zwavel. Deze studie gaat de verdeling meten van stabiele isotopen en van de verschillende hoofd- en sporenelementen, voor het eerst onder identieke experimentele condities. Hiermee kunnen onderzoekers verbeterde modellen maken van de kernvorming van diverse lichamen in ons zonnestelsel.
Effects of Tidal-Induced Fluid Dynamics for the Moons of Jupiter and Saturn
Prof. dr. L.L.A. Vermeersen (NIOZ)
Er zijn sterke aanwijzingen voor enorme, globale vloeistoflagen onder het oppervlak van zowel vulkaanmaan Io als ijsmanen. Dit voorstel past voor het eerst gedetailleerde modellen uit de fysische oceanografie toe op het globale inwendige van de manen van Jupiter en Saturnus.