Vier miljoen boeren in ontwikkelingslanden ontdekten de meerwaarde van satellietgegevens dankzij G4AW, een programma dat het NSO uitvoert in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Afgelopen week werd de balans opgemaakt tijdens de G4AW Conferentie in Utrecht. Koningin Máxima vatte de resultaten samen in een persoonlijke geschreven boodschap en feliciteerde alle betrokken partijen: ‘G4AW leverde inzichten op die een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de landbouw in opkomende economieën.’
G4AW - Geodata for Agriculture and Water – gaat over heel concrete vragen van boeren in ontwikkelingslanden: wat is de beste tijd om te zaaien? Kan ik door de verwachte regen beter vandaag of morgen mijn land bemesten? Hoe verzeker ik mijn oogst? Vragen die beantwoord kunnen worden met behulp van satellietinformatie en andere digitale toepassingen, zegt Ruud Grim van het NSO: ‘Toegang tot de juiste informatie kan het verschil maken tussen voedselzekerheid of honger, tussen een bloeiende lokale economie of armoede. Dus moeten we samen zorgen dat de juiste informatie op het juiste moment bij de juiste mensen terechtkomt.’
Kloof gedicht
Partijen die in het verleden vaak langs elkaar heen werkten, zijn door het G4AW programma bij elkaar gebracht: ontwikkelingssamenwerking, internationale beleidsorganisaties, wetenschappers, landbouworganisaties en dienstverleners uit de sectoren ruimtevaart, landbouw, ICT, kredietverstrekkers en impact investeerders. Dat is de kracht van het programma, vindt Grim: ‘We hebben aangetoond dat we de kloof kunnen dichten tussen hightech digitale toepassingen en de individuele gebruikers in ontwikkelingslanden. Dat biedt grote kansen voor de voedselproductie, maar bijvoorbeeld ook voor watermanagement, armoedebestrijding en andere mondiale, maatschappelijke vraagstukken.’
Samen met andere initiatieven zette G4AW digitalisering in de ontwikkelingssamenwerking op de kaart met 25 publiek-private samenwerkingen in vijftien verschillende landen. ‘Je ziet het succes van samenwerking’, zegt onafhankelijk strategisch adviseur en moderator van de conferentie Raimond Hafkenscheid. ‘Je mag van een sensorontwikkelaar op het gebied van geodata niet verwachten dat hij weet hoe satellietgegevens het inkomen van een boer in Oeganda kunnen beïnvloeden. Daar heb je andere partijen en dienstverleners voor nodig. En een intermediair die ze samenbrengt, zoals het NSO.’
Opschalen is belangrijk
In samenwerking met Rabo Foundation was er tijdens de conferentie speciale aandacht voor inclusieve financiering (inclusive finance). Voor kleinschalige boeren is het lastig om een kleine financiering te krijgen voor de bedrijfsvoering. Dat komt omdat de opbrengsten van kleine leningen voor financiële instellingen niet opwegen tegen de operationele kosten die ze hiervoor moeten maken. Ook hier kunnen satellietgegevens en digitalisering een belangrijke rol spelen, concludeert Hafkenscheid: ‘Door G4AW hebben financiële instellingen ontdekt dat je kunt inschatten wat de oogst wordt, wat de schade is bij droogte en wat het risico is op een misoogst. En daarmee dus ook wat het risico is dat een lening niet wordt terugbetaald. Als je deze gegevens gebruikt, in combinatie met verzekeringen en adviesdiensten voor de boeren, dan breng je de operationele kosten zo ver naar beneden dat het voor financiële instellingen wél interessant wordt om te investeren in de agrarische sector in ontwikkelingslanden.’
Koningin Máxima, die zich inzet voor microfinanciering, prees de stappen die G4AW samen met de Rabo Foundation heeft gezet om inclusieve financiering mogelijk te maken. ‘Een intensievere samenwerking met de private sector stimuleert digitale transformatie van strategische waardeketens. Het bevordert financiële inclusie, werkgelegenheid en een grotere productiviteit in de landbouw. Het opschalen van de aanpak van G4AW is belangrijker dan ooit, zeker in het licht van toenemende klimaatshocks en voedselonzekerheid.’
Eindgebruiker centraal
Nu is het een kwestie van doorpakken, vindt ook Hafkenscheid: ‘Deze conferentie laat zien hoeveel terrein er met G4AW gewonnen is, maar ook hoe ingewikkeld de uitdaging is die nog voor ons ligt. De sleutel daarbij is de eindgebruiker. Die moeten we als uitgangspunt blijven mee nemen bij ontwikkelingen in de toekomst. Niet: wat kunnen wij maken? En dan afwachten of het werkt. Maar: wat heb jij nodig? Hoe wil je die informatie ontvangen? En van welke aanbieder? Zo ontstaan hightech oplossingen die échte meerwaarde bieden aan boeren en andere ondernemers in ontwikkelingslanden.’