Nederland en België organiseren van 12 t/m 16 juli het International Geoscience and Remote Sensing Symposium. IGARSS is hét jaarlijkse internationale symposium voor de combinatie van remote sensing (aardobservatie) en geowetenschappen. Ilse Aben, senior scientist bij SRON en bijzonder hoogleraar fysica en chemie van de aardatmosfeer aan de Vrije Universiteit, spreekt tijdens IGARSS over de methaanlekken die haar team ontdekte met het Nederlandse satellietinstrument Tropomi.
Kunt u ons alvast een voorproefje geven van uw keynote speech op IGARSS 2021?
‘Mijn verhaal gaat over een belangrijke doorbraak in het onderzoek van mijn groep. We kijken met satellietinstrumenten naar "langlevende” broeikasgassen, zoals kooldioxide en methaan. De afgelopen jaren zien we super emitters van methaan, grote lokale bronnen die we eerder niet konden waarnemen vanuit de ruimte.’
Dat maakt nieuwsgierig. Welke grote methaanbronnen zien jullie?
‘Met Tropomi zien we verschillende hotspots van methaan in Turkmenistan. Recent hebben we samen met onderzoekers van de Universiteit van Valencia verder ingezoomd op het gebied aan de Westkust van dit land. Zo vonden we in totaal 29 individuele bronnen van methaan, 25 hiervan waren affakkelinstallaties van gas- of olievelden die niet goed functioneerden. Je kunt uitrekenen wat de economische en gezondheidsschade is die zo’n bron van methaanuitstoot veroorzaakt. En wat je bespaart als je actie onderneemt, zodat de installaties weer goed functioneren. Dat gaat om honderden miljoenen euro’s per bron, per jaar.’
Waarom kunt u deze bronnen nu wél zien en vroeger niet?
‘Dat komt door nieuwe satellietinstrumenten en een nieuwe onderzoeksmethode. Wij zijn co-principal investigator van het Tropomi meetinstrument aan boord van de ESA-satelliet Sentinel-5P. Dit instrument brengt sinds eind 2017 dagelijks de hele atmosfeer van de aarde in beeld en blijkt in staat om grote puntbronnen van methaan op te sporen. In ons onderzoek combineren we de metingen van Tropomi met andere satellietgegevens die een veel hogere ruimtelijke resolutie hebben. We zoomen als het ware in op de bron en kijken samen met universiteiten, NGO’s en bedrijven tot op enkele tientallen meters nauwkeurig wat precies de oorzaak is van de grote methaanuitstoot.’
Dit en meer vertelt u op het IGARSS symposium. Wat verwacht u daarvan?
‘Ik ben er dit jaar voor het eerst. Behalve mijn verhaal brengen, ga ik natuurlijk ook goed rondkijken op de rest van de conferentie, die dit jaar helemaal online gehouden wordt. Het is goed om te horen wat de laatste ontwikkelingen en trends zijn op het gebied van aardobservatie. We zoeken voortdurend naar nieuwe mogelijkheden en slimme toepassingen voor ons onderzoek.’
Wat is de belangrijkste ontwikkeling in uw vakgebied?
‘De opmars van kleine satellieten voor atmosfeeronderzoek. Tot nu toe had je vooral grote missies en instrumenten in de ruimte. Juist door metingen van grote instrumenten, zoals Tropomi, te combineren met gegevens van smallsats, speciaal ontwikkeld om in heel hoge resolutie naar specifieke gassen en stoffen te kijken, kunnen we veel vooruitgang boeken met name voor maatschappelijk relevante vraagstukken.’
Welke rol speelt de Nederlandse ruimtevaart hierin?
‘Nederland is een voorloper op dit gebied. Enerzijds hebben we een lange historie met grote instrumenten als Sciamachy, Omi en Tropomi. Anderzijds zijn Nederlandse bedrijven sterk in de opkomende markt van kleine satellieten. SRON en Airbus hebben dit jaar samen een klein instrument aan NASA geleverd dat aerosols gaat meten. Maar we werken nu ook met een Nederlands consortium van ISISPACE, KNMI, SRON en TNO aan TANGO. Dit is een smallsat constellatie die specifiek naar stikstofdioxide, kooldioxide en methaan gaat kijken met een resolutie van ongeveer driehonderd meter. Samen met de grote ESA-missies zoals Sentinel-5 en CO2M levert dat een enorm sterk koppel op’.
Wat hoopt u met die nieuwe combinatie, groot en klein, te bereiken?
‘Dankzij de kleine satellieten zijn we veel flexibeler en kunnen we sneller inspringen op nieuwe ontwikkelingen en vraagstukken dan vroeger. Ik ben erg gemotiveerd om met behulp van satellietgegevens bij te dragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen, zoals grote methaanlekken. Een aantal daarvan zullen we zeker gedicht krijgen, wat voor mens én klimaat grote winst oplevert.’
Meer informatie: