Ruimtevaart ontwikkelt zich razendsnel als een wereldwijde commerciële markt en is al lang niet meer het domein voorbehouden aan space agencies. Nederland heeft kwaliteiten om ook in de toekomst een substantiële rol te spelen in de groeimarkt van de ruimtevaart.
Hoe stimuleert het NSO dat die kansen in de toekomst ook werkelijk ontstaan en verzilverd worden? Het antwoord is: door kansrijke innovaties in een cruciale fase te ondersteunen vanuit één van de innovatieregelingen die het NSO uitvoert. Soms is dat nodig om bijvoorbeeld de laatste stap naar de markt te kunnen zetten.
En zo kan het dat over enkele jaren het Belgische bedrijf Aerospacelab een kleine aardobservatiesatelliet zal lanceren die van energie wordt voorzien door een nieuwe generatie Nederlandse zonnepanelen. Hiermee is het bedrijf de launching customer van Sparkwing, een innovatief product ontwikkeld door Airbus Defence and Space Netherlands uit Leiden, met een laatste steun in de rug naar de markt door het NSO. Het contract tussen Aerospacelab en Airbus Defense and Space werd vorige maand getekend. Er ligt een markt open.
Formaat wasmachine
Sparkwing biedt een catalogus van zonnepanelen voor smallsats, satellieten met het formaat van een wasmachine die grofweg tussen de honderd en vijfhonderd kilo wegen. De catalogus bestaat uit meer dan dertig verschillende paneelformaten voor satellietvleugels met een, twee of drie zonnepanelen per vleugel. Per satelliet goed voor honderd tot maximaal tweeduizend Watt aan energieopbrengst.
Gestandaardiseerde, commerciële zonnepanelen voor smallsats die je online kunt bestellen en die binnen enkele maanden leverbaar zijn. Het is een wereldwijde primeur en een disruptief businessmodel, zegt Marloes van Put, programmamanager van Sparkwing: ‘We hebben naam gemaakt met het ontwikkelen van zonnepanelen op maat voor specifieke satellietmissies. Maar nu draaien we het ook om: met Sparkwing bieden we een aantal standaardconfiguraties die de klant vervolgens kan integreren in zijn satellietontwerp.’
Technologische innovaties
De Leidse vestiging van Airbus heeft al veertig jaar ervaring met het ontwerpen van zonnepanelen. Toch stond het bij de ontwikkeling van de Sparkwing catalogus voor een aantal technologische uitdagingen. De panelen moesten eenvoudiger zijn dan voorgangers en het ontwerp versimpeld om grootschalige productie mogelijk te maken. Ze zijn dunner, hebben kleinere mechanieken en ze functioneren zónder dempings- en synchronisatiesysteem bij het uitvouwen in de ruimte. Dit allemaal om de kosten zo laag mogelijk te houden – erg belangrijk in de markt voor kleine satellieten.
Om al deze innovaties mogelijk te maken, deed Airbus in 2019 via het NSO een beroep op het ESA ARTES programma. Een programma dat speciaal bedoeld is voor de ontwikkeling van innovatieve technologie ten behoeve van commerciële ruimtevaarttoepassingen. Bert Meijvogel van het NSO: ‘Met de ARTES financiering helpen we Nederlandse bedrijven die een risico durven te nemen bij het ontwikkelen van nieuwe, kansrijke technologie. Slaagt die ontwikkeling, dan is dat niet alleen goed voor het bedrijf in kwestie, maar ook voor een heel ecosysteem van vaak Nederlandse toeleveranciers.’
Juist het Sparkwing concept past volgens Meijvogel goed bij het ESA ARTES programma van het NSO: ‘Deze technologie geeft Nederlandse ruimtevaartbedrijven een betere uitgangspositie in een opkomende markt: de markt van kleine satellieten. Dat Sparkwing nu al kan rekenen op opdrachten uit de markt is erg positief.’
Honderden Sparkwings
Aerospacelab is de eerste klant van Sparkwing, maar de verwachting is dat vele zullen volgen. Van Put: ‘Onderzoek van Euroconsult voorspelt dat de komende tien jaar enkele duizenden satellieten gelanceerd worden die gevoed kunnen worden door Sparkwings. En wie weet zijn er in de toekomst zelfs mogelijkheden om megaconstellaties te voorzien van onze panelen. Dan heb je het niet meer over tientallen, maar over honderden satellieten met deze nieuwe, Nederlandse zonnepanelen.’
Links: