>

Laatste test Nederlands satellietinstrument SPEXone, voor overdracht aan NASA

Het Nederlandse satellietinstrument SPEXone wordt vanaf deze week drie maanden lang gekalibreerd in de cleanroom van SRON in Utrecht. Het is de laatste belangrijke stap in het bouwen en testen van het instrument, dat vanaf de Amerikaanse PACE-satelliet aerosolen in de dampkring gaat onderzoeken.

SPEXone is een spectropolarimeter die tegelijkertijd het spectrum en de polarisatie van gereflecteerd zonlicht kan waarnemen vanuit vijf verschillende kijkhoeken. De informatie die dit oplevert over aerosolen leidt tot revolutionaire kennis over klimaatverandering. Daarnaast geeft het veel inzicht in fijnstof, dat grote gevolgen heeft voor de volksgezondheid.
Het SPEXone instrument. |Bron: Airbus Defence and Space Netherlands

Aaldert van Amerongen is als hoofd aardobservatieprogramma’s van SRON verantwoordelijk voor de kalibratiecampagne van SPEXone. Zijn team moet het instrument – ontwikkeld samen met Airbus Defence and Space Netherlands, ondersteund door TNO en gefinancierd door het NSO – in drie maanden tijd gaan ijken. ‘We gaan verschillende lichtbronnen voor het instrument zetten en dan heel precies meten. Wat ziet het instrument wanneer je een bepaalde hoeveelheid licht van een bepaalde kleur eropaf stuurt?’

Het is een proces met veel herhaling, maar desondanks spannend, zegt Van Amerongen: ‘We werken met wetenschappelijke precisie, maar industriële routine. Dat vraagt grote concentratie en inzet van een team specialisten met veel ervaring. Na elke test moeten wij als team bepalen of het instrument goed genoeg presteert. Dat is een invloedrijke beslissing, want de volgende keer dat we kunnen meten, is het instrument in de ruimte en kunnen we er niet meer bij.’

Traditie en ervaring

Eerder doorstond SPEXone al een uitgebreide testcampagne bij Airbus Defense and Space Nederland. Het instrument werd bestookt met elektromagnetische straling, blootgesteld aan warmte en koude in een vacuümkamer en door elkaar geschud om een raketlancering na te bootsen. ‘Ons werk is bijna af’, zegt Marc Oort, system engineer bij Airbus. ‘Terwijl SRON de komende maanden de kalibratietests uitvoert, bereiden wij de verscheping van het instrument naar Amerika voor. Als alles goed gaat, kan het half maart in een speciale kist gevuld met zuivere stikstof naar NASA.’

Oort is trots op het nieuwe Nederlandse meetinstrument: ‘Hier zijn wij als Nederland ontzettend goed in. Eind 2017 zetten we de eerste schetsen op papier. En 3,5 jaar later hebben we een compleet instrument afgeleverd. Waarom juist wij zo goed zijn in het bouwen van atmosferische meetinstrumenten? Een lange traditie en veel ervaring. Maar zeker ook de intensieve samenwerking tussen industrie en wetenschap. Dat is de sleutel tot dit succes.’


Een digitale weergave van de PACE-satelliet met bijbehorende instrumenten. |Bron: NASA GSFC
Op de lancering van de PACE-satelliet moeten Oort, Van Amerongen en hun teams nog wel even wachten. Aanvankelijk stond die gepland voor 2022. Maar door de coronacrisis die in Amerika nog heviger woedt dan in Europa is deze uitgesteld tot 2023.

‘Een belangrijke prioriteit in het Nederlandse ruimtevaartbeleid is ruimte-instrumenten ontwikkelen gericht op de samenstelling van atmosfeer’, aldus NSO directeur Harm van de Wetering. ‘Vanaf honderden kilometers hoog in de ruimte kunnen deze meetinstrumenten voor de maatschappij zeer relevante verschijnselen waarnemen, zoals het gat in de ozonlaag of toe- of afname van broeikasgassen. Nederland beschikt niet alleen over top-experts om dergelijke complexe instrumenten te ontwikkelen, maar ook over wetenschappers die baanbrekend onderzoek doen op basis van deze gegevens. Daarmee is dit zowel van wetenschappelijk, maatschappelijk als economisch van belang voor Nederland.’