Nederland gaat een hightech instrument bouwen voor de NASA-aardobservatiesatelliet PACE. Deze satelliet onderzoekt, na zijn lancering in 2022, de uitwisseling van kooldioxide tussen oceanen en de atmosfeer en de rol die fijnstof speelt in het klimaat. Het Nederlandse instrument, SPEXone, kijkt naar de verspreiding en eigenschappen van fijnstof.
Voor de ontwikkeling van SPEXone heeft het Nederlandse ruimtevaartagentschap NSO zeven miljoen euro toegekend. OCW financiert het NSO-programma voor onderzoek en ontwikkeling van instrumenten. Minister Van Engelshoven (Wetenschap): “Ik ben trots op Nederlandse onderzoekers die een essentiële bijdrage leveren aan dit belangrijke klimaatonderzoek. Eén van de ambities uit mijn wetenschapsbeleid is dat de Nederlandse wetenschap mondiale impact heeft. Nederland behoort tot de wereldtop. Om in de top te blijven, zijn samenwerking en onderzoeksfaciliteiten, zoals SPEXone, noodzakelijk.”
PACE staat voor Plankton, Aerosol, Cloud, ocean Ecosystem. De PACE-satelliet van NASA brengt de ‘kleur’ van oceanen in kaart. En dan niet alleen het blauw dat mensen met hun ogen kunnen zien, maar kleuren met frequenties van ultraviolet tot infrarood. Uit deze gegevens kunnen wetenschappers afleiden hoe ‘gezond’ de oceanen zijn, bijvoorbeeld door te kijken naar de distributie van algen. Maar PACE kijkt niet alleen ín de oceanen. De satelliet meet ook de lucht boven het water. En in dat onderzoek gaat Nederland een cruciale rol spelen.
Over de samenstelling van de atmosfeer boven de oceaan is weinig bekend. Vooral als het gaat om aerosolen: kleine stofdeeltjes in de lucht zoals roetdeeltjes, as en woestijnstof – ook wel fijnstof genoemd. Hoeveel aerosolen zitten in de atmosfeer? Welke eigenschappen hebben ze? En welk effect hebben ze precies op veranderingen in het klimaat? Op deze vragen zoekt het Nederlandse instrument SPEXone vanaf 2022 een antwoord door de polarisatie van weerkaatst zonlicht te meten.
SPEXone weegt minder dan tien kilogram en brengt aerosolen in de atmosfeer nauwkeuriger dan ooit in kaart. Elke dertig dagen opnieuw produceert het instrument een kaart van de gehele aardatmosfeer. SPEXone bouwt voort op succesvolle meetinstrumenten zoals OMI, op NASA satelliet EOS-AURA en Tropomi, dat de luchtkwaliteit in kaart brengt vanaf de ESA-satelliet Sentinel 5 Precursor.
Volgens Harm van de Wetering, directeur van het NSO, is Nederland het go-to land voor dit type aardobservatie-instrumenten: “Met de bouw van de ruimte-instrumenten OMI en Tropomi heeft Nederland een wereldreputatie op het gebied van aardobservatie. Ook met SPEXone levert Nederland weer een groot aandeel in de aanpak van een maatschappelijk probleem, in wetenschappelijk onderzoek en in de ontwikkeling van Nederlandse hightech. Daarmee past het optimaal binnen het Nederlandse ruimtevaart beleid.”
De ontwikkeling van SPEXone ligt in handen van een consortium bestaande uit SRON Netherlands Institute for Space Research en Airbus Defence and Space Netherlands, ondersteund door experts van TNO en het Nederlandse MKB. De ontwikkeling van SPEXone kost veertien miljoen euro. Het NSO stelde, namens OCW, eerder twee miljoen euro beschikbaar voor de eerste fase. Nu maakt NSO de vervolgfase mogelijk met een subsidie van zeven miljoen euro.