De Sentinel-5P satelliet met in het hart het Nederlandse ruimte-instrument Tropomi is klaar om gelanceerd te worden. Vanuit de ruimte gaat Tropomi met ongekende precisie wereldwijd de luchtkwaliteit en verspreiding van broeikasgassen in de gaten houden. Op 13 oktober brengt een Russische raket van het type Rockot de satelliet vanuit het Siberische Plesetsk in een baan rond de aarde. Vandaag was de Sentinel-5P voor het laatst zichtbaar in de cleanroom van Airbus UK in het Britse Stevenage, voordat hij ingepakt wordt voor transport naar de lanceerbasis.
Satellieten inzetten om de veiligheid en de gezondheid van onze planeet te monitoren, dat is het doel van het Europese megaproject Copernicus. In opdracht van de Europese Commissie bracht de Europese ruimtevaartorganisatie ESA al vijf Sentinel-satellieten in de ruimte, die ieder met eigen elektronische ogen naar de aarde kijken. Sentinel-5P wordt de nieuwste loot aan de Copernicus-boom, deze keer vol met hightech van Nederlandse bodem, samengebracht in het technologische hoogstandje Tropomi. Missie: de aardatmosfeer in kaart brengen, iedere dag, op iedere plek op de wereld, met ongekende precisie.
En dat is hard nodig, aldus Pepijn Veefkind van het KNMI, dat samen met het ruimteonderzoeksinstituut SRON de wetenschappelijke leiding heeft van het project. “Met eerdere satellietmetingen hebben we kunnen aantonen hoe het gesteld is met de luchtkwaliteit boven verstedelijkte gebieden in de wereld, zoals West-Europa en het Oosten van China. De rode vlekken op de kaarten die we daarvan maken spreken boekdelen. Met de precieze waarnemingen van Tropomi geven we handvatten om dit probleem aan te pakken.”
Handvatten zijn ook nodig om grip te krijgen op het klimaatprobleem. Ook daar gaat Tropomi een belangrijke bijdrage aan leveren door letterlijk in kaart te brengen hoe broeikasgassen zich verspreiden door de aardse atmosfeer. Veefkind: “Een gas als methaan, bijvoorbeeld, komt minder voor in de atmosfeer dan koolstofdioxide, maar heeft een veel sterkere broeikaswerking. Tropomi gaat laten zien waar het vandaan komt en waar het naartoe gaat.”
Cruciaal voor Tropomi is een aantal technologische vondsten die door ruimtevaartbedrijf Airbus in Leiden zijn verwerkt in het totaalconcept. Sytze Kampen van Airbus: “Onze partners SRON en TNO kwamen bijvoorbeeld met het idee van zogenoemde verzonken tralies. Dat is een slimme vinding waardoor het instrument veertig keer kleiner kon worden. En dat is pure winst in ruimtevaart.”
De Nederlandse overheid investeerde bij elkaar zo’n 80 miljoen Euro in de ontwikkeling van het ruimtevaartproject, mogelijk gemaakt door de handtekening die toenmalig Minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven in 2009 zette onder de overeenkomst met ESA. Hiermee kon net NSO de opdracht geven aan het consortium dat Tropomi ontwikkelde. En dat levert straks niet alleen nieuwe wetenschappelijke inzichten op, zegt adjunct-directeur van het NSO, Nico van Putten: “We kapitaliseren hiermee op waar Nederland internationaal al wereldtop is. Met Tropomi creëren we dus ook kansen voor Nederlandse ruimtevaarttechnologie op nieuwe internationale projecten.”
De hightech van Tropomi is het levenswerk van vele Nederlandse ingenieurs. En dat maakt een laatste blik op de satelliet toch extra bijzonder, aldus Sytze Kampen van Airbus in Leiden. “Hier komt Hollandse high tech en vele jaren van toewijding van een hecht team van specialisten samen. Dat zo’n project echt klaar is voor lancering, dat maak je als ruimtevaartingenieur in je loopbaan niet zo heel vaak mee”.
Tropomi is een samenwerking tussen Airbus Defence and Space Netherlands, KNMI, SRON en TNO, in opdracht van het NSO en ESA. Airbus Defence and Space Netherlands is hoofdaannemer voor de ontwikkeling van het instrument. De wetenschappelijke leiding is in handen van het KNMI en SRON. TROPOMI wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Meer informatie over Tropomi: www.tropomi.nl