>

Duurzaamheidsdoelen VN gebaat bij aardobservatie

Het breedste dossier binnen en buiten de rijksoverheid. Dat zijn de Sustainable Development Goals (SDGs) die op 25 september 2015 in Rio de Janeiro in VN-verband zijn vastgelegd. Deze duurzame ontwikkelingsdoelen kennen geen fysieke of mentale grenzen; ze overschrijden de landsgrenzen én de schotten die er bestaan tussen ministeries, wetenschappers en het bedrijfsleven. In hun baan om de aarde zien satellieten die grenzen evenmin. De bijdrage die aardobservatie per satelliet levert aan het behalen van de SDGs is zeer veelbelovend, weet Hugo von Meijenfeldt, SDG implementatie coördinator vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Zeventien stuks zijn het er, die Sustainable Development Goals. De doelen variëren van het beëindigen van armoede en honger tot duurzame consumptie en productie, minder ongelijkheid en aanpak van de klimaatverandering. De SDGs borduren voort op de Milleniumdoelen die de VN al in 2000 opstelde. Ook die doelen streefden naar een betere planeet voor iedereen, maar het waren vooral unilaterale inspanningen per land.

SDGs: duurzaam en leefbaar

“Gemiddeld zijn we heel ver gekomen met die Milleniumdoelen”, zegt Hugo von Meijenfeldt. “Maar feit is ook dat een aantal landen – waaronder bijvoorbeeld Brazilië en sommige Afrikaanse landen – er met kop en schouders bovenuit staken, terwijl andere landen nu nog steeds met armoede en honger kampen. De grote verschillen bleven. De SDGs zijn er onder meer om die voortdurende problematiek te bestrijden. De nieuwe doelen zijn bovendien breder en minstens even urgent. Tot 2030 hebben we ambitieuze doelen gesteld om te komen tot een meer duurzame samenleving en leefbare planeet.”

Aardobservatie

Boven die planeet hangen nu al talloze technologische hoogstandjes die daarbij goed van pas kunnen komen. Nu al gebruiken overheden en wetenschappers satellietdata voor het monitoren en waar mogelijk bijsturen van onder meer het klimaat, landbouw en ontbossing en de watervoorziening. Maar aardobservatie met satellieten heeft nog veel meer potentie, en met name het gebruik van satellietdata voor SDGs in ontwikkelingslanden, bijvoorbeeld voor het monitoren van watergebruik in landbouw of ontbossing. Over de mogelijkheden gerelateerd aan landbouw, water, leefomgeving en klimaat verscheen recent een verkenning van Netherlands Space Office (NSO) en het ministerie van Buitenlandse Zaken als spin off van het Geodata for Agriculture and Water (G4AW) programma.

Bijeenkomst in Den Haag

Begin juli verkenden vertegenwoordigers van diverse ministeries, uitvoerende overheidsorganisaties, onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven de kansen tijdens een discussiebijeenkomst in Den Haag. Dat leverde voor veel aanwezigen verrassende inzichten op over de mogelijkheden van aardobservatie. Maar de échte toegevoegde waarde ligt in het combineren van nieuwe satellietgegevens en bestaande datasets, plus de vertaling van die wetenschappelijke data naar handzame informatie. Want die informatie maakt gerichte besluiten mogelijk.

Innovaties en actieplannen

Dat inzicht stemt positief. Met statistische gegevens is nu ongeveer 35 procent van de SDG-indicatoren meetbaar. Voor meting van de andere indicatoren – en met 17 SDGs en meer dan 150 subdoelen zijn dat er véél - zijn nieuwe methodes nodig. Satellietinformatie en big data gaan daarbij een voorname rol spelen, luidde de conclusie in Den Haag. Dat vraagt dan wel om innovaties, met bijhorende actieplannen en investeringen.


Hugo von Meijenfeldt: ‘Aardobservatie lijkt een onmisbare oplossing als het gaat om de monitoring van de SDGs’.
Samenwerking

En dat klinkt Hugo von Meijenfeldt als muziek in de oren. “Waar de Milleniumdoelen vooral het terrein waren van overheden, betrekken de SDGs ook ‘gewone’ burgers en het bedrijfsleven bij het samenwerken aan een betere toekomst. En innovaties op het gebied van aardobservatie kunnen natuurlijk heel goed vanuit het bedrijfsleven komen. Kennisdelen en draagvlak creëren, daar gaat het om. Voorheen was ‘duur’ de meest gehoorde associatie met ‘duurzaamheid’, maar gelukkig zien ondernemers nu steeds meer de kansen van duurzaam ondernemen. Het CBS schetst diezelfde kansen.”

 

Gidsland

Ons land kan een belangrijke rol spelen als gidsland. Als het gaat om aardobservatie, loopt Nederland met Nederlandse universiteiten zoals Twente, Wageningen en Delft al goed voorop in de mondiale top. Ook hier ligt kennisdeling en capaciteitsopbouw in samenwerking met onder andere CBS, Algemene Rekenkamer, het bedrijfsleven en NWO voor de hand. 

Volgens Von Meijenfeldt ligt de kracht van satellietdata niet in de laatste plaats in de actualiteit ervan. “Aardobservatie lijkt een onmisbare oplossing als het gaat om de monitoring van de SDGs. Maar samen moeten we de precieze behoefte in kaart brengen en bekijken hoe het combineren van data ons brengt waar we willen zijn. En daarover de SDGs heel duidelijk. Ze zijn ambitieus en vragen om goed en breed beleid, gebaseerd op de juiste data. Dat satellieten ons een aanzienlijk deel van die data gaan leveren, daaraan twijfelt eigenlijk niemand.”

Bijlagen SDG- aardobservatie discussiebijeenkomst 3 juli 2017