Ruim twintig Nederlandse ruimtevaartbedrijven toonden vorige week bij SBIC in Noordwijk wat zij kunnen bijdragen aan het nieuwe Europese satellietcommunicatienetwerk IRIS2. “Dit is hét moment om onze expertise in te zetten en samen te bouwen aan de ruimte-infrastructuur van de toekomst."
‘Dit is niet zomaar een project, het is noodzakelijk voor onze strategische autonomie.’ Aan het woord is Jasper van Loon, Director of Space Business NSO. Volgens van Loon is het belang van het toekomstige Europese satellietcommunicatiesysteem IRIS2 bijna niet te overschatten.
Precies om deze reden organiseerden TNO, NSO en SpaceNed op vrijdag 21 maart de IRIS2 Netherlands Industry Day. Tijdens een vergelijkbaar evenement in Brussel legde hoofdaannemer SpaceRISE uit hoe IRIS2 de komende jaren ontwikkeld en gebouwd zal worden. Vandaag is het woord aan Nederlandse ruimtevaartbedrijven, die proberen een positie te verwerven als toeleverancier.
‘Het programma is al vol op stoom, de eerste contracten worden aan het eind van dit jaar gegund’, zegt Jeroen Rotteveel, voorzitter van branchevereniging SpaceNed. ‘Door de hoofdaannemer en onderaannemers is een open uitnodiging gedaan aan de Europese industrie: als je goede ideeën hebt, kom ermee! Daarom organiseren we vandaag in Nederland een dag voor geïnteresseerde bedrijven. We moeten proactief onze positie claimen en zeggen: dit kunnen wij leveren.’
Veel van de Nederlandse ruimtevaartbedrijven zijn te klein om zelfstandig contracten te winnen voor IRIS2. Maar onmogelijk is het niet, denkt Rotteveel: ‘Als we samen optrekken en partneren met industriële partijen, kan Nederland echt een belangrijke bijdrage leveren.’
Klaar voor serieproductie
IRIS2 staat voor Infrastructure for Resilience, Interconnectivity and Security by Satellite. Het is een Europees communicatiesysteem dat bestaat uit 290 satellieten die in verschillende banen om de aarde draaien en een grondsegment met schotelantennes en dataverwerking. Eenmaal operationeel, levert IRIS2 onafhankelijke communicatiecapaciteit voor onder meer overheden, krijgsmachten, vitale sectoren en bedrijven.
De hoofdaannemer van IRIS2 is SpaceRISE en Shruti Vyas leidt het programma. Ze vertelt op het podium over de publiek-private samenwerking: ‘We zoeken de knapste koppen en beste technologie en vragen ons voortdurend af: hoe kunnen we het anders doen? Goedkoper, duurzamer, toekomstbestendig?’
Bedrijven als FSO en AAC Hyperion vragen zich af waarom IRIS2 vooralsnog geen gebruik maakt van lasercommunicatie tussen satellieten en de grond, een technologie waarin Nederland vooroploopt. ‘Optische links zouden IRIS2 echt onderscheiden van Starlink en andere bestaande systemen’, zegt Tushar Goyal van AAC Hyperion. ‘De technologie is voor handen, getest in de ruimte en we zijn in Nederland klaar voor serieproductie.’
Behalve voor lasersatellietcommunicatie, vragen de Nederlandse bedrijven ook aandacht voor hun chips, zonnesensoren, zonnepanelen en testapparatuur voor antennetechnologie. Teun van den Biggelaar, chief technology officer van Antennex B.V.: ‘Wij kunnen veel efficiënter dan andere partijen de kwaliteit van antennes en hun signaal testen. Als je dat moet doen voor een enkele satelliet zijn de kosten misschien minder interessant, maar met bijna driehonderd satellieten in een constellatie als IRIS2, is het voor de producent belangrijk om zo efficiënt en voordelig mogelijk hardware te testen.’
MKB is hard nodig
SpaceRISE gaat de satellietconstellatie ontwikkelen samen met Airbus, Thales Alenia Space en OHB als large system integrators. De verwachting is dat zij elk een deel van de productie op zich nemen, wat volgens Nicolas Schaeffer, hoofdingenieur satellieten bij Airbus, kansen biedt voor Nederlandse bedrijven.
Wat moeten zij in huis hebben om toeleverancier te worden? Ten eerste moeten ze een zo goed als klaar product hebben. Want IRIS2 moet in 2029 operationeel zijn, wat betekent dat er vanaf begin volgend jaar wordt gebouwd. En bedrijven moeten zich realiseren, aldus Bert Meijvogel van het NSO, dat het hier niet gaat om een one off, maar om serieproductie voor honderden satellieten. ‘Je moet als bedrijf dus zelf flink investeren en in staat zijn om grote aantallen van je onderdelen te produceren.’
Meijvogel ziet volop mogelijkheden, maar haast is volgens hem geboden: ‘We kunnen wachten totdat de Nederlandse ruimtevaartindustrie door Airbus, Thales Alenia Space of OHB gevraagd wordt om iets te leveren. Of we kunnen proactief en breed laten zien wat we in Nederland aan capaciteiten in huis hebben. En vandaag hebben we laten zien: wij kunnen heel erg veel!’