>

Scholieren dragen bij aan luchtkwaliteitsonderzoek satellietinstrument Tropomi

Wat zijn de gevolgen van stikstofdioxide voor onze gezondheid en leefomgeving? En hoe meet je dit op de grond en met behulp van satellieten? Dat onderzoeken Merit, Sierk en Jilke-André uit Franeker voor hun havo 5 profielwerkstuk. ‘Met onze resultaten wordt in de wetenschap écht iets gedaan.’

‘Oh nee! Hij hangt op z’n kop.’ Teleurgesteld trekt Merit Wijbenga een klein, doorzichtig buisje uit de plastic houder, terwijl ze met haar smartphone een foto van de situatie maakt. Vier weken geleden had ze het buisje nog zo zorgvuldig opgehangen. Met een tie wrap aan een hek en nét uit het zicht. Maar blijkbaar was het niet verborgen genoeg. ‘Iemand heeft het buisje omgedraaid’, concludeert ze. ‘Nu kunnen we deze meting niet meer gebruiken voor ons onderzoek.’

Merit en haar klasgenoten, Sierk Dijkstra en Jilke-André Jasper onderzoeken de luchtkwaliteit rond de middelbare school Anna Maria van Schurman in Franeker. Als echte wetenschappers formuleerden ze een hypothese. Daarna hingen ze tien buisjes op om luchtmonsters te verzamelen. Vandaag halen ze de buisjes op om ze daarna op de post te doen naar een laboratorium. Met de resultaten die dit onderzoek oplevert, schrijven ze een profielwerkstuk voor het vak natuurkunde.

Spin verpest monster
Jilke-André, Merit en Sierk gebruiken voor hun profielwerkstuk het GLOBE project. Dit onderzoek wordt in Nederland uitgevoerd door honderden scholieren, in samenwerking met het KNMI. Eén stof staat hierbij centraal: stikstofdioxide. Een uitlaatgas van verbrandingsmotoren, weten de drie inmiddels, dat schadelijk kan zijn voor voor mens en natuur.

‘Wij wonen in een plattelandsgemeente’, zegt Merit. ‘We willen weten of de lucht bij ons schoner is dan in stedelijk gebied.’ Op zoek naar het antwoord kozen ze zorgvuldig tien locaties voor luchtbemonstering. Naast de werkplaats van de school. Bij het fietsenhok, waar veel scooters langskomen. En ook verder weg, bij de landerijen en woonhuizen net buiten Franeker.

Wetenschap bedrijven is nog niet zo eenvoudig. Van de tien luchtmonsters die de scholieren verzamelden, blijken drie onbruikbaar. Naast het buisje dat op z’n kop hing, werd er ook eentje gestolen. Een derde bevatte een spin. Jilke-André bevrijdde de spin, maar moest daarvoor wel het luchtmonster offeren.

Scholieren helpen wetenschapper
Zorgvuldig plaats Sierk een dop op het buisje bij het fietsenhok, dat gelukkig nog wel goed hangt. Hij neemt een foto, noteert het nummer op de sticker en de tijd waarop het buisje is weggehaald. Daarna stopt hij het buisje bij de andere monsters in een zakje. Als hij later vandaag ook de laatste monsters bij hem thuis heeft verzameld, gaat alles op de post voor analyse in het laboratorium.

Het onderzoek van de Franeker leerlingen is een vorm van citizen science, weet Jilke-André: ‘Met onze metingen helpen we Bas Mijling van het KNMI. Hij gebruikt ze om de data van het satellietinstrument Tropomi beter te leren interpreteren.’

Origineel en relevant onderzoek
Voorbij de kluisjes en de kapstokken, in de kantine van de school, treffen de scholieren hun begeleider: natuurkundedocent Coby Hoogland. Zij ziet vaak dezelfde onderwerpen terugkomen bij de profielwerkstukken. Veel ervan gaan over verduurzaming van de school of het broeikaseffect. Ze is dan ook blij met het GLOBE scholenproject: ‘Het is makkelijk om aan mee te doen, scholieren nemen zelf verantwoordelijkheid voor het proces en de resultaten hebben ook nog eens écht toegevoegde waarde voor de maatschappij.’

Zodra de resultaten van de metingen terug zijn van het lab, schrijven Merit, Jilke-André en Sierk een tussenverslag. De eindresultaten van hun onderzoek presenteren ze op 4 februari aan medescholieren en ouders tijdens een dag die gewijd is aan alle profielwerkstukken. In de tussentijd kunnen ze ook de resultaten inzien van andere deelnemers aan het GLOBE project. Merit: ‘Ik hoop natuurlijk dat wij in een gebied wonen waar de luchtkwaliteit goed is. Misschien meten we wel de schoonste lucht van alle deelnemers.’

Meer informatie
Het GLOBE project wordt uitgevoerd door het KNMI en het RIVM. Het project wordt financieel gesteund door het NSO en het Schone Lucht Akkoord. Dit project laat zien hoe we het Nederlandse satellietinstrument Tropomi gebruiken om de luchtkwaliteit wereldwijd te monitoren. Daarnaast inspireert het jong talent om zelf bij te dragen aan de ruimtevaart en de toepassingen die het mogelijk maakt voor ons dagelijks leven op aarde.