Sinds 2012 koopt het NSO satellietgegevens van Nederland centraal in, om ze daarna kosteloos beschikbaar te stellen aan innovatieve bedrijven en instellingen. Welke successen heeft dit opgeleverd? Ecoloog Joep de Koning van Hoogheemraadschap van Delfland onderzoekt water op aarde, vanuit de ruimte.
Wat zijn de grootste uitdagingen waar Hoogheemraadschap van Delfland voor staat?
‘Het Westland heeft een grote glastuinbouwsector. Die is belangrijk voor Nederland, maar hij heeft ook invloed op de waterkwaliteit. Het water dat uit de kassen komt is niet altijd even schoon. Een andere uitdaging is het watersysteem. Door de eeuwen heen is dat helemaal ingericht op “droge voeten” en voldoende water voor de land- en tuinbouw. Nu komen daar functies als ecologie en natuurontwikkeling bij. Die zijn moeilijk in te passen. Ruimte voor de natuur kun je niet zomaar inbouwen. Dan stroomt het water niet meer door.’
Hoe dragen satellietdata bij aan de oplossingen?
‘Als waterschap wil je zoveel mogelijk rondkijken: hoe ziet het water eruit? Waar stroomt het goed weg? Onze inspecteurs zijn hierbij afhankelijk van de openbare ruimte. Wil je in de sloot áchter een kas kijken, dan is het wel zo netjes om eerst de eigenaar van de grond te informeren. Als je vanuit de ruimte naar die sloot kijkt, heb je dat probleem niet. Je kunt zelfs naar de hele polder kijken en dat kost je maar een paar minuten tijd. Voorheen kostte dat meerdere dagen. Vanuit de ruimte kunnen we op een hele grove manier de waterkwaliteit en ecologie monitoren. Dankzij het Satellietdataportaal kan dat zelfs terug in de tijd. Daar leren we heel veel van. Mochten we meer details willen, dan kunnen we ook veel gerichter het veld in, of andere bronnen als Street Smart, waterkwaliteitsdata of droneopnames aanspreken.’
Wat kun je bijvoorbeeld zien op die satellietbeelden?
‘De kleur van het water. Dat is een belangrijke indicator voor de waterkwaliteit. Je kunt ook zien of er natuurontwikkeling is. Rietkragen, waterlelies. Van zwemplassen bepalen we of ze helemaal groen zijn uitgeslagen van de algen of stadssingels vol liggen met kroos. En we kunnen een verwachting maken van de waterkwaliteit op basis van het grondgebruik in de buurt: staan er huizen, kassen, industrie of is het natuurgebied?’
Hoe heeft het werken met satellietgegevens jullie werk veranderd?
‘Ze helpen om prioriteiten aan te geven: waar moeten onze inspecteurs als eerste heen. Hoe meer we dit vanuit de ruimte kunnen doen, hoe effectiever we op pad kunnen met auto’s, fietsen, boten en kano’s. Voor waterbeheer gebruiken we meestal luchtfoto’s uit de winter, omdat je dan tussen de takken van de bomen door kunt kijken. Ecologisch gezien zijn winterbeelden minder interessant. Als je wilt weten welke vegetatie waar groeit, wil je zomerbeelden zien. Onbewolkte beelden, uiteraard. In het Satellietdataportaal kun je hiernaar zoeken. Dat heeft mijn werk veel makkelijker gemaakt.’
Zal het gebruik van satellietdata door het waterschap in de toekomst toenemen?
‘Daar ben ik zeker van. Samen met Royal Haskoning en Water Insight ontwikkelen we nieuwe algoritmes om meer informatie uit bestaande satellietdata te halen. We gebruiken hierbij ook de Pléiades-NEO beelden uit het satellietdataportaal. Die beelden bevatten meer spectrale informatie, waarmee we bijvoorbeeld onderscheid kunnen gaan maken tussen waterlelie en kroos. En in de toekomst zullen satellietdata niet alleen gebruikt worden om te zoeken naar wat er misgaat, maar ook om in kaart te brengen of de maatregelen die we nemen bijdragen aan de biodiversiteit en waterkwaliteit. We zien nu al dat het water schoner wordt. Vroeger leefde er niets in sommige watergangen, nu is er weer leven. Daar word ik als ecoloog natuurlijk heel blij van.’