Ruimtevaart heeft veel te danken aan wetenschap. Veel ruimtevaarttechnologie die nodig is om satellietmissies tot een succes te maken is het resultaat van wetenschappelijk onderzoek. Omgekeerd heeft de wetenschap ook veel te danken aan ruimtevaart. Sterker: wetenschappers waren in de beginjaren een drijvende kracht achter ruimtevaartactiviteiten. Dat had onder andere te maken met onze nieuwsgierigheid. Mensen willen het heelal verkennen en weten wat onze plaats daarin is.
Veel onderzoek aan de ruimte kun je doen met behulp van observaties vanaf de aarde. Maar sommige vragen kunnen beter beantwoord worden met observaties vanuit de ruimte zelf. Ruimte-instrumenten brengen het heelal in kaart zonder de storende werking van onze dampkring. Satellietmissies en ruimtesondes gaan op verkenning bij planeten en andere hemellichamen in ons zonnestelsel. Ruimtemissies leveren unieke inzichten op over onze kosmische achtertuin en het oneindige heelal daarbuiten.
Door satellietinstrumenten niet op het heelal maar juist op de aarde zelf te richten, kunnen wetenschappers ook onze kwetsbare thuisbasis gedetailleerd in kaart brengen. We leren steeds meer over het ‘systeem aarde’ en de gevolgen van menselijk handelen voor onze kwetsbare planeet.
Ruimtevaart en wetenschap zijn nog altijd nauw met elkaar verbonden. Het NSO brengt de overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven bij elkaar met als doel ruimteonderzoek én de maatschappelijke opbrengst hiervan te bevorderen. De prioriteiten van wetenschappelijk ruimteonderzoek worden door OCW en NWO, op advies van de wetenschappelijke gemeenschap, vastgesteld.
In 2020-2021 zijn drie evaluaties uitgevoerd op het gebied van het wetenschappelijke ruimteonderzoek in Nederland: